Vóór gebruik
Opnemen met sluitertijdvoorkeur
-
Zet de functietoets in de stand
(Opnemen met sluitertijdvoorkeur).
-
Druk op de insteltoets.
-
Draai aan de insteltoets om de sluitertijdwaarde te selecteren.
-
U kunt een sluitertijd selecteren van 1/4000 tot 30 seconden.
-
U kunt de belichtingscompensatie of de ISO-instelling aanpassen met de insteltoets.
-
Neem op met de ontspanknop.
-
Als de sluitertijd kort is, is de hoeveelheid flitslicht zelfs bij gebruik van de flitser mogelijk onvoldoende.
-
Als de correcte belichting niet kan worden verkregen nadat de instellingen zijn ingesteld, gaan de aanduidingen voor de ingestelde waarde op het scherm knipperen als de ontspanknop half wordt ingedrukt. In deze situatie kunt u opnemen, maar wij raden u aan om de waarden van de flitser opnieuw in te stellen.
-
Als de ISO-gevoeligheid ingesteld is op 4000 of een hogere waarde, kunt u geen sluitertijd van langer dan 1/4 seconde gebruiken. Om een sluitertijd van langer dan 1/4 seconde te gebruiken, stelt u de ISO-gevoeligheid in op 3200 of lager.
Het instelbereik van de sluitertijd
Ong. ×4,2
Ong. ×50-
Sluitertijden van een seconde of langer worden aangegeven door [˝], bijvoorbeeld 1˝.
-
Als u een langere sluitertijd instelt, wordt het gebruik van een statief aangeraden om de effecten van trillingen te voorkomen.
-
Als u lange sluitertijden selecteert, duurt het even om de gegevens te verwerken.
-
Als de sluitertijd onder een bepaalde snelheid zakt, wordt de functie NR lange-sluitertijd automatisch ingeschakeld om beeldruis te verminderen en verschijnt
op het scherm.
Over de sluitertijd
