Naam Appar. Bewerk

1. Selecteer [Setup] [Aansluiting] [Naam Appar. Bewerk].

2. Selecteer het invoervak, voer de apparaatnaam in en selecteer dan .

Het toetsenbord gebruiken

	Schermnamen	Functies
	Omschakelen van tekentypen	Steeds als u op de toets drukt, wordt een ander type tekens voor invoer geselecteerd uit letters, cijfers en symbolen.
	Toetsenbord	Steeds als u op de toets drukt, wordt een ander teken van de weergegeven tekens geselecteerd. Bijvoorbeeld: U wilt "abd" invoeren Druk één keer op om "a" weer te geven druk op om de cursor te verplaatsen  druk twee keer op  om "b" weer te geven druk één keer op om "d" weer te geven.
	Spatie	Invoeren van een spatie. In een apparaatnaam mogen geen spaties voorkomen.
	Invoervak	Hier worden de door u ingevoerde tekens weergegeven. Als u probeert meer tekens in te voeren dan toegestaan, wordt weergegeven op het scherm.
	Cursor verplaatsen	De cursor naar rechts of links verplaatsen in het invoervak.
	Wissen	Het teken voor de cursor wissen.
		Het eerstvolgende teken invoeren als hoofdletter of als kleine letter.
	Bevestigen	Het invoeren afsluiten.

• Selecteer om tekstinvoer af te breken.