Opnemen

Zie ook "Geheugenkaart".
Er worden geen bestanden opgenomen als u op START/STOP drukt.
  • Het afspeelscherm wordt weergegeven. Stop het afspelen en selecteer [Opnamestand] [Film] of [Audio].

  • De camcorder legt het bestand dat u zojuist hebt opgenomen vast op het opnamemedium. U kunt geen nieuwe opname maken tijdens deze periode.

  • Het opnamemedium is vol. Verwijder ongewenste bestanden. [Details]

  • Het totale aantal filmscènes overschrijdt de opnamecapaciteit van de camcorder [Details]. Verwijder ongewenste films [Details].

  • Het totale aantal audiobestanden overschrijdt de opnamecapaciteit van de camcorder [Details]. Verwijder omgewenste audiobestanden [Details].

Het toegangslampje blijft branden of knipperen nadat de opname is gestopt.
  • De camcorder legt het bestand dat u zojuist hebt opgenomen, vast op de geheugenkaart.

Het beeldveld ziet er anders uit.
  • Het beeldveld kan er anders uitzien afhankelijk van de toestand van de camcorder. Dit duidt niet op een storing.

De werkelijke opnameduur voor films is minder dan de verwachte opnameduur van het opnamemedium.
  • Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan de beschikbare opnameduur korter zijn, bijvoorbeeld bij het opnemen van snel bewegende onderwerpen e.d. [Details].

De camcorder stopt met werken.
  • Als u de camcorder blijft blootstellen aan trillingen, kan de opname stoppen.

Er treedt een kleine vertraging op tussen het moment waarop u op START/STOP drukt en het moment waarop het opnemen van de film start of stopt.
  • Op uw camcorder kan er een klein tijdverschil zijn tussen het moment waarop u op START/STOP drukt en het moment dat de opgenomen film werkelijk start/stopt. Dit duidt niet op een storing.

Bestanden kunnen niet correct worden opgenomen of afgespeeld.
  • Wanneer u langdurig bestanden herhaaldelijk opneemt en wist, kunnen de bestanden op de opnamemedia gefragmenteerd raken waardoor bestanden niet goed worden opgenomen of afgespeeld. Formatteer de opnamemedia op uw camcorder nadat u een reservekopie van de beelden op andere media, bijvoorbeeld een computer, hebt gemaakt. [Details]

De onderwerpen die snel voor de camcorder door gaan, kunnen misvormd zijn.
  • Dit wordt het brandpuntsvlakfenomeen genoemd. Dit duidt niet op een storing. Door de manier waarop het beeldapparaat (CMOS-sensor) de beeldsignalen leest, kunnen onderwerpen die snel door de lens lopen, afhankelijk van de opnameomstandigheden vervormd lijken.

Horizontale strepen verschijnen op het beeld.
  • Dit doet zich voor bij opnamen onder een fluorescentielamp, natriumlamp of kwiklamp. Dit duidt niet op een storing.

De LCD-helderheid kan niet worden ingesteld.
  • U kunt de helderheid van het LCD-scherm niet instellen als u de netspanningsadapter (afzonderlijk verkrijgbaar) gebruikt.

Geluid wordt niet correct opgenomen.
  • Als u tijdens het maken van film- of audio-opnamen een externe microfoon aansluit of loskoppelt, wordt het geluid mogelijk niet goed opgenomen. Het geluid wordt goed opgenomen als u de microfoonverbinding herstelt bij het begin van de opnamen.