VAIO Gebruikershandleiding

Naslag

Opmerkingen over het gebruik van de ruisonderdrukkende hoofdtelefoon
<modellen met ruisonderdrukkende hoofdtelefoon>

Lees de volgende voorzorgsmaatregelen voor correct gebruik voordat u de ruisonderdrukkende hoofdtelefoon gebruikt.
  • De ruisonderdrukkingsfunctie werkt niet op geluid via luidsprekers, gewone hoofdtelefoons en apparaten via BLUETOOTH-communicatie.

  • De ruisonderdrukkingsfunctie is minder effectief tenzij u de ruisonderdrukkende hoofdtelefoon goed opzet. Zorg dat de hoofdtelefoon goed over uw uren zit door de oordoppen te vervangen of de positie van de hoofdtelefoon aan te passen.

  • De ruisonderdrukkingsfunctie zorgt vooral voor minder laagfrequente ruis in de omgeving; hoog-frequente ruis wordt niet beïnvloed.
    Ook kan hij niet zorgen voor een 100% ruisvrije geluidsomgeving.

  • Dek de ingebouwde microfoons (1) op de ruisonderdrukkende hoofdtelefoon niet af met uw handen e.d.; hierdoor is de richtfunctie van de microfoon minder effectief.

  • U kunt een licht sisgeluid horen wanneer de ruisonderdrukkingsfunctie is ingeschakeld. Dit is het gevolg van de werking van de ruisonderdrukkingsfunctie; dit wijst niet op een defect.

  • U kunt het gevoel hebben dat de ruisonderdrukkingsfunctie minder effectief is of dat het omgevingsgeluid zelfs sterker is, afhankelijk van het type ruis en van hoe rustig uw omgeving is.
    In dat geval schakelt u de ruisonderdrukkingsfunctie uit.

  • Gebruik van een mobiele telefoon kan radio-interferentie veroorzaken in de ruisonderdrukkende hoofdtelefoon. Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, houd dan mobiele telefoons uit de buurt van de hoofdtelefoon.

  • Neem de ruisonderdrukkende hoofdtelefoon uit uw oren voordat u de hoofdtelefoon insteekt of loskoppelt.
    Het insteken of losmaken van de hoofdtelefoon veroorzaakt ruis. Dit is normaal en wijst niet op een defect.

  • Als u de ruisonderdrukkende hoofdtelefoon configureert voor het oppikken van geluiden met de ingebouwde microfoons op ruisonderdrukkende hoofdtelefoon en deze geluiden uitvoert via de hoofdtelefoon, wordt het geluid versterkt. Let op het volume wanneer u de instellingen aanpast.

  • In bepaalde situaties, bijvoorbeeld bij veel omgevingsgeluid, kan de richtingsgevoeligheid van de microfoon minder effectief zijn of kan het volumeniveau van het geluid met korte tussenpozen fluctueren.

  • Als de oordoppen niet in uw oren passen, hoort u misschien geen basgeluiden. Voor een betere geluidskwaliteit steekt u de oordoppen goed in uw oren door hun positie aan te passen of door ze diep in uw oren te steken.
    Bij levering zit er een paar middelgrote oordoppen op de hoofdtelefoon. Als deze oordoppen niet goed in uw oren passen, vervang ze dan door een groter of kleiner paar.

Verwant onderwerp