Het gebruik van ingebouwde apparaten beperken
Met de BIOS-functie kunt u ingebouwde apparaten als hieronder uitschakelen. Met deze functie kunt u externe verbindingen en communicatie voorkomen.
-
USB Ports
-
Memory Card Slot
-
Wireless Device
-
LAN Device (modellen met LAN-poort)
- Druk op de knop ASSIST terwijl uw VAIO-computer is uitgeschakeld.
Het scherm VAIO Care (reddingsmodus) (VAIO Care (Rescue Mode)) verschijnt.
- Selecteer BIOS-setup starten (Start BIOS setup).
Voer een wachtwoord in als er al een wachtwoord is ingesteld.
Het BIOS-instellingenscherm wordt weergegeven.
- Druk op de toets
of
om naar het tabblad Advanced te gaan.
- Druk op de toets
of
om het gewenste ingebouwde apparaat te selecteren en druk op de toets Enter.
- Druk op de toets
of
om Disabled of Enabled te selecteren en druk op de toets Enter.
-
Wanneer u Disabled selecteert:
Het geselecteerde apparaat is uitgeschakeld.
-
Wanneer u Enabled selecteert:
Het geselecteerde apparaat is ingeschakeld en kan worden gebruikt op uw VAIO-computer.
-
- Selecteer het tabblad Exit met de toets
of
, selecteer Exit Setup en druk vervolgens op de toets Enter.
Druk wanneer om bevestiging wordt gevraagd op de toets Enter.
Opmerking
-
Welke apparaten u kunt uitschakelen, hangt af van het model.
-
Zelfs als u het gebruik van het draadloze apparaat beperkt, kunt u NFC/One-touch-functies niet uitschakelen.