Verbinding via Wi-Fi
U kunt de camera bedienen met behulp van compatibele apparaten (afstandsbediening voor liveweergave, smartphone enz.) die via Wi-Fi verbonden zijn met de camera.
- Druk op de NEXT- of PREV-toets om [SETUP] - [CONFG] - [Wi-Fi] te selecteren, en druk vervolgens op de ENTER-toets.
- Druk op de NEXT- of PREV-toets om de volgende instelling te selecteren op de camera en druk vervolgens op de ENTER-toets.
ON: u kunt één camera bedienen met het compatibele apparaat.
OFF: het is niet mogelijk om een camera te bedienen met het compatibele apparaat.
MULTI: u kunt meerdere camera's bedienen met het compatibele apparaat.
- NEW: selecteer [NEW] wanneer u voor het eerst verbinding maakt met het compatibele apparaat.
- CRRNT: selecteer [CRRNT] wanneer u eerder al verbinding gemaakt hebt met het compatibele apparaat.
BACK: hiermee kunt u terugkeren naar het scherm [Wi-Fi].
- Geef [MOVIE], [LOOP], [PHOTO] of [INTVL] weer.
- Verbind de camera via Wi-Fi met het compatibele apparaat.
- Bedien de camera met het compatibele apparaat.
Opmerking
- De accu raakt sneller leeg wanneer u de camera met behulp van een compatibel apparaat bedient.
- [CRRNT] wordt niet weergegeven bij [MULTI] wanneer u voor het eerst verbinding maakt met het compatibele apparaat.
- Verbind de camera alleen via Wi-Fi met de apparaten die beschreven staan bij "De camera gebruiken terwijl deze via Wi-Fi verbonden is met andere apparaten". Verbind deze niet met andere Wi-Fi-toegangspunten. Als u de camera toch met andere Wi-Fi-toegangspunten verbindt, doet u dit op uw eigen risico. In dat geval wordt de camera mogelijk blootgesteld aan ongeoorloofde toegang en kan communicatie door derden onderschept worden.