Transportfunctie

U kunt een transportfunctie instellen, zoals continu, zelfontspanner of bracket-opname.
[Transportfunctie] kan worden ingesteld met behulp van de knop / (Transportfunctie).
  1. MENU 2 [Transportfunctie] gewenste functie

  • Druk op / op het besturingswiel om de gewenste instelling te selecteren als een functie is geselecteerd die zijn eigen instellingen heeft.


(Enkele opname)
De camera neemt een enkel beeld op zonder de zelfontspanner te gebruiken.

(Continue opname)
Hiermee kunt u continu beelden opnemen zolang de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden.

(Snelh. continutr.)
Hiermee kunt u continu beelden op hoge snelheid opnemen zolang de ontspanknop helemaal ingedrukt wordt gehouden. De instellingen voor scherpstelling en helderheid van de eerste opname worden gebruikt voor de volgende opnamen.

(Zelfontspanner)
Hiermee kunt u de zelfontspanner instellen op een vertraging van 10 seconden of 2 seconden.
Als u op de ontspanknop drukt, knippert het zelfontspannerlampje en klinkt een pieptoon totdat de sluiter wordt ontspannen.
Druk nogmaals op / om te annuleren.

(Zelfportret)
Hiermee kunt u de zelfontspanner instellen op de zelfportrettimer.
Nadat de camera het opgegeven aantal gezichten heeft herkend klinkt een pieptoon, waarna de sluiter 2 seconden later wordt ontspannen.

(Zelfontsp.(Cont.))
De camera neemt continu frames op 10 seconden nadat u op de ontspanknop hebt gedrukt. Selecteer het aantal frames uit drie of vijf.

(Bracket: continu)
Hiermee kunt u drie beelden opnemen, elk met een verschillend helderheidsniveau. U kunt de waarde van het niveauverschil (stapgrootte) instellen.

(Witbalansbracket)
Hiermee kunt u drie beelden opnemen, elk met een verschillend helderheidsniveau volgens de geselecteerde instellingen voor de witbalans, kleurtemperatuur en kleurfilter. U kunt de waarde van het niveauverschil (stapgrootte) selecteren uit [Lo] en [Hi].

Verwant onderwerp