Geheugen

U kunt maximaal drie veelgebruikte functies of camera-instellingen registreren in de camera. U kunt de instellingen oproepen met behulp van [Geheugennummer oproepen].
  1. Stel de camera in op de instelling die u wilt registreren.

  1. MENU 5 [Geheugen] gewenst nummer

Opmerkingen
  • Als u de instellingen wilt veranderen, voert u de stappen 1 en 2 opnieuw uit.

Items die kunnen worden geregistreerd

De beschikbare opname-instellingen zijn als volgt:
  • Opnamefuncties die worden ingesteld met behulp van de functiekeuzeknop

  • Diafragmawaarde (F-getal)

  • Sluitertijd

  • EV

  • (menu voor opnemen van stilstaande beelden) onderdelen

  • (menu voor opnemen van bewegende beelden) onderdelen

  • Optische-zoomvergroting

Opmerkingen
  • Programmaverschuiving kan niet worden geregistreerd.

Geregistreerde instellingen oproepen

  1. Zet de functiekeuzeknop in de stand (Geheugennummer oproepen).

  1. Druk op / op het besturingswiel of draai het besturingswiel om het gewenste nummer te selecteren

Opmerkingen
  • Als u (Geheugennummer oproepen) instelt na het voltooien van de opname-instellingen, krijgen de geregistreerde [Geheugen]-waarden voorrang en kunnen de oorspronkelijke instellingen ongeldig worden. Controleer de indicators op het scherm voordat u opneemt.

Verwant onderwerp