Over scèneherkenning
Scèneherkenning werkt in de functies [Slim automatisch] en [Superieur automat.].
In deze functie herkent het apparaat automatisch de opnameomstandigheden en neemt het beeld automatisch op.Scèneherkenning:
Wanneer het apparaat bepaalde scènes herkent, worden de volgende pictogrammen en gidsen afgebeeld op de eerste regel:
-
(Portretopname)
-
(Kind)
-
(Nachtportret)
-
(Nachtscène)
-
(Portret m. tegenlicht)
-
(Tegenlichtopname)
-
(Landschap)
-
(Macro)
-
(Spotlight)
-
(Weinig licht)
Wanneer het apparaat bepaalde omstandigheden herkent, worden de volgende pictogrammen afgebeeld op de tweede regel:
-
(Statief)
-
(Bewegen)
-
(Bewegen (Helder))
-
(Bewegen (Donker))
Opmerking
- Als [Lach-/Gezichtsherk.] is ingesteld op [Uit], worden de scènes [Portretopname], [Portret m. tegenlicht], [Nachtportret] en [Kind] niet herkend.