Digitale cameraDSC-RX10M3

Diafragmavoorkeuze

U kunt opnemen door het diafragma in te stellen en het scherpstelbereik te veranderen, of door de achtergrond onscherp te maken.De diafragmawaarde kan worden veranderd tijdens het opnemen van bewegende beelden.

  1. Zet de functiekeuzeknop in de stand A (Diafragmavoorkeuze).
  2. Selecteer de gewenste waarde door de diafragmaring te draaien.
    • Kleinere F-waarde: Het onderwerp is scherpgesteld, maar voorwerpen voor en achter het onderwerp zijn wazig.
      Grotere F-waarde: Het onderwerp en de voor- en achtergrond zijn allemaal scherpgesteld.
  3. Stel scherp en fotografeer het onderwerp.
    De sluitertijd wordt automatisch aangepast om een juiste belichting te verkrijgen.

Hint

  • Kleinere F-waarde (het diafragma wordt groter) verkleint het bereik waarin alles scherpgesteld is. Dit maakt het mogelijk om scherp te stellen op het onderwerp en voorwerpen voor en achter het onderwerp onscherp te maken (de scherptediepte wordt kleiner). Grotere F-waarde (het diafragma wordt kleiner) vergroot het bereik waarin alles scherpgesteld is. Dit maakt het mogelijk om de diepte van de omgeving op te nemen (de scherptediepte wordt groter).
  • U kunt het klikgedrag van de diafragmaring veranderen met behulp van de diafragmaklikschakelaar. Bij het opnemen van stilstaande beelden zet u de diafragmaklikschakelaar op "ON", en bij het opnemen van bewegende beelden zet u hem op "OFF".

Over de diafragmaring

De maximale diafragmawaarde is afhankelijk van de brandpuntsafstand van de lens. U kunt het diafragma niet verder openen dan de maximale diafragmawaarde, zelfs niet wanneer u met de diafragmaring een kleiner F-getal instelt. U kunt het correcte F-getal controleren op het display van de monitor.

Opmerking

  • Als na het instellen geen juiste belichting kan worden verkregen, knippert de sluitertijd op het opnamescherm. U kunt zo wel een opname maken, maar u kunt beter een andere instelling kiezen.
  • De helderheid van het beeld op het scherm kan verschillen van die van het beeld dat in werkelijkheid wordt opgenomen.
  • Wij adviseren u de diafragmawaarde in te stellen tussen F2,4 en F8 als u beelden wilt opnemen met een hoge resolutie. De beeldkwaliteit kan achteruitgaan als gevolg van het fenomeen straalbuiging.