Vergroot beelden tijdens het opnemen met behulp van de achterste lensring of de W/T-(zoom)knop.

De zoomfunctie van het apparaat levert een hogere zoomvergroting door meerdere zoomfuncties te combineren.

U kunt de zoominstelling van het apparaat selecteren.

De zoomvergroting die wordt gebruikt in combinatie met de zoom van de lens, verandert afhankelijk van het geselecteerde beeldformaat.

Stelt de zoomsnelheid in van de zoomknop van de camera.

Zoomt tijdelijk uit en geeft een breder gebied weer wanneer een onderwerp wordt opgenomen aan het telefoto-uiteinde (T) van het zoombereik. Zoekt snel onderwerpen op die buiten beeld zijn geraakt en maakt het gemakkelijker om uw beeld samen te stellen.

Selecteert hoe ver moet worden uitgezoomd met de functie [Zoom-assist].

Intelligente teleconverter vergroot en snijdt het midden van het beeld bij, en neemt het vervolgens op.

Stelt de zoomfuncties in bij gebruik van de lensring voor het instellen van de zoomvergroting.

Wijst de functies inzoomen (T) of uitzoomen (W) toe aan de draairichtingen van de lensring waaraan de zoomfunctie is toegewezen.