Achtergr. onscherp makn.
-
Zet de functiekeuzeknop in de stand (stilstaand beeld).
-
Draai het besturingswiel en selecteer (Achtergr. onscherp makn.). [Details]
-
Neem op met de ontspanknop.
-
Alvorens op te nemen, selecteert u MENU [Onscherp-effect] [Hoog], [Gemiddeld] of [Laag] om de intensiteit van het effect van de onscherpe achtergrond te veranderen.
Positie van het onderwerp en de achtergrond
Zoomvergroting en positie van het onderwerp
-
Om de scherpstelling gemakkelijker op het onderwerp te vergrendelen, gebruikt u de scherpstellen-volgfunctie van de camera. [Details]
-
Houd tijdens het opnemen de camera stil om camerabewegingen te voorkomen.
-
Als de onscherpe achtergrond niet effectief werkt, probeert u de volgende stappen:
-
Draai de W/T-(zoom)knop naar de T-kant.
-
Benader het onderwerp tot u zich binnen de aanbevolen opnameafstand bevindt.
-
Scheid het onderwerp en de achtergrond.
-
Neem op na scherpstellen op het onderwerp.