Zoomen (bewegende beelden)

U kunt bij het opnemen een beeld vergroten met de W/T-(zoom)knop. De optische zoomfunctie van de camera kan beelden tot 16× vergroten.
Met de optische zoomfunctie kunt u een beeld vergroten zonder dat de oorspronkelijke beeldkwaliteit verslechtert.
  1. Stel de camera in op de opnamefunctie.

  1. Schuif de W/T-(zoom)knop.

Schuif de knop naar de T-kant om in te zoomen, of naar de W-kant om uit te zoomen.

Beschikbare zoomfuncties

U kunt verder inzoomen dan de 16× optische zoom. Om verder in te zoomen dan het optische zoombereik, stelt u [Digitale zoom] in op [Aan].
  1. Zoomen met de oorspronkelijke beeldkwaliteit

  1. () [Digitale zoom]:

Zoomen met minder dan de oorspronkelijke beeldkwaliteit [Details]


Bediening
Instellingen
Zoomvergroting-indicator
A
Alleen optische zoom gebruiken
[Digitale zoom]: [Uit]
D
Zoomen naar de maximale zoomvergroting
[Digitale zoom]: [Aan]

Zoomvergroting

De ondersteunde zoomvergrotingen verschillen afhankelijk van de instellingen of het beeldformaat. In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van de beschikbare zoomvergrotingen wanneer [Digitale zoom] is ingesteld op [Aan].

Beeldformaat
Bediening
D: Zoomen met maximale zoomvergroting
A: Optische zoom
Bewegende beelden opnemen
16×
64×

Opmerkingen
  • [Helder Beeld Zoom] is niet beschikbaar bij het opnemen van bewegende beelden.

  • De camera zoomt langzaam bij het opnemen van bewegende beelden.