3D-panoram door beweging
-
Zet de functiekeuzeknop in de stand (3D-opname).
-
(3D-panoram door beweging) op het besturingswiel
-
Selecteer een opnamerichting met het besturingswiel.
-
Lijn de camera uit met het einde van het onderwerp dat u wilt opnemen en druk de ontspanknop in.
-
Pan de camera naar het einde van de overzichtsbalk (B), volgens de aanwijzingen op het scherm.
-
Bepaal de scène en druk de ontspanknop tot halverwege in zodat u de scherpstelling, belichting en witbalans kunt vergrendelen. Druk daarna de ontspanknop helemaal in en pan de camera horizontaal.
-
3D-beelden worden op deze camera weergegeven als standaard stilstaande beelden.
-
3D-opname is niet geschikt in de volgende situaties:
-
Bij een groot onderwerp
-
Bij een bewegend onderwerp
-
Wanneer het hoofdonderwerp zich te dicht bij de camera bevindt
-
Beelden met weinig contrast, zoals de lucht, een zandstrand of een gazon
-
3D-beelden bestaan uit een JPEG-bestand en een MPO-bestand. Als één van deze bestanden van de computer wordt gewist, kan de camera niet goed functioneren.
-
Als u de camera niet over het hele onderwerp kunt pannen binnen de aangegeven tijdsduur, zal een grijs deel ontstaan in het samengevoegde panoramabeeld. Als dit gebeurt, beweegt u de camera sneller om een volledig 3D-beeld op te nemen.
-
Aangezien meerder beelden aan elkaar worden gelast, wordt het gelaste deel niet storingsvrij opgenomen.
-
Onder zwakke belichtingsomstandigheden kunnen beelden wazig zijn. Wij adviseren u de beelden buiten in helder licht op te nemen.
-
Als de volledige opnamehoek van de 3D-opname en de AE/AF-vergrendelingshoek sterk verschillen in helderheid, kleur of scherpstelling, zal de opname niet goed lukken. Als dit gebeurt, verandert u de AE/AF-vergrendelingshoek en probeert u het opnieuw.
-
3D-opname kan worden geannuleerd in de volgende situaties:
-
Het pannen van de camera gaat te snel of te langzaam.
-
De camera beweegt te veel.