Scèneherkenning

De camera herkent de opnameomstandigheden automatisch en maakt vervolgens de opname. Wanneer een beweging wordt vastgesteld, wordt de ISO-gevoeligheid verhoogd overeenkomstig de beweging om onderwerpbewegingen te verminderen. Wanneer de camera is ingesteld op intelligente automatische functie, kunt u [Geavanceerd] selecteren waarbij de camera automatisch twee beelden opneemt.
In de scèneherkenningsfunctie is de positie van een pictogram dat op het scherm wordt afgebeeld anders afhankelijk van de omstandigheden. Dit hangt af van of de camera een scène of omstandigheid herkent. Als de camera een scène herkent, worden pictogrammen en gidsen, zoals (Portretopname), (Kind), (Nachtportret), (Nachtscène), (Tegenlicht portret), (Tegenlicht), (Landschap), (Macro), (Spotlight) of (Weinig licht), afgebeeld op de eerste regel. Als de camera een omstandigheid herkent, worden pictogrammen, zoals (statief) en (bewegen), afgebeeld op de tweede regel. De camera kan zowel de scène als omstandigheid herkennen, of slechts een van beide.
  1. Zet de functiekeuzeknop in de stand (Intelligent automatisch).

  1. MENU (Scèneherkenning) gewenste functie


(Autom.)
Wanneer de camera de scène herkent, worden automatisch de optimale instellingen gemaakt en het beeld opgenomen.

(Geavanceerd)
Wanneer de camera de scène herkent, worden automatisch de optimale instellingen gemaakt. Wanneer de camera (Nachtscène), (Nachtportret), (Tegenlicht) of (Tegenlicht portret) herkent, verandert deze automatisch de instelling en neemt nog een beeld op.
  • Wanneer u twee beelden achter elkaar opneemt, wordt het + teken op het pictogram groen.

  • Wanneer twee frames worden opgenomen, worden de twee beelden onmiddellijk na de opname naast elkaar weergegeven.

  • Wanneer [Dichte-ogenvermind.] wordt afgebeeld, worden automatisch twee beelden opgenomen en wordt het beeld waarop het onderwerp de ogen open heeft automatisch geselecteerd. [Details]


Opmerkingen
  • De scèneherkenningsfunctie werkt niet wanneer u een andere zoomfunctie gebruikt dan de optische zoomfunctie.

  • De beschikbare flitserinstellingen zijn [Autom.] en [Uit].

  • Mogelijk worden deze scènes niet herkend, afhankelijk van de omstandigheden.

  • In de functie scherpstellen-volgen, worden (Portretopname), (Kind), (Nachtportret) of (Tegenlicht portret) niet herkend.

  • Als de omgeving trillingen doorgeeft aan de camera wanneer de omstandigheden (Statief) en (Nachtscène) tegelijkertijd worden herkend, wordt de omstandigheid  (Statief) mogelijk niet herkend.

  • Soms leidt het tot een langere sluitertijd wanneer de omstandigheden (Statief) en (Nachtscène) tegelijkertijd worden herkend. Houd de camera stil tijdens het maken van de opname.

  • Tijdens het opnemen van bewegende beelden is de Geavanceerde functie niet beschikbaar.

Geavanceerde functie

In de [Geavanceerd] functie neemt de camera als volgt twee beelden achter elkaar op met verschillende instellingen wanneer de camera (Nachtscène), (Nachtportret), (Tegenlicht) of (Tegenlicht portret) scènes herkent die wazig dreigen te worden of wanneer de omstandigheden (Nachtscène) en (Statief) tegelijkertijd worden herkend. U kunt het beste beeld kiezen uit de twee opgenomen beelden.


Eerste beeld*
Tweede beeld
Opname met langzame-flitssynchronisatie
Opname met verhoogde gevoeligheid en verminderde camerabewegingen
Opname met langzame-flitssynchronisatie en het gezicht dat door de flitser wordt verlicht als richtlijn
Opname met verhoogde gevoeligheid, het gezicht als richtlijn, en verminderde camerabewegingen
Opname met langzame-flitssynchronisatie
Opname met een langere sluitertijd zonder verhoogde gevoeligheid
Opname met de flitser
Opname met de helderheid en het contrast van de achtergrond ingesteld
Opname met het gezicht dat door de flitser wordt verlicht als richtlijn
Opname met de helderheid en het contrast van het gezicht en de achtergrond ingesteld

* Wanneer [Flitser] is ingesteld op [Autom.].
Wat is de dichte-ogenverminderingsfunctie?
Indien ingesteld op [Geavanceerd], neemt de camera automatisch twee beelden achter elkaar* op wanneer deze (Portretopname) of (Kind) herkent. De camera zal automatisch het beeld selecteren, weergeven en opnemen waarop de ogen van het onderwerp niet knipperen. Als op beide beelden het onderwerp de ogen dicht heeft, wordt de mededeling "Dichte ogen gedetecteerd" afgebeeld.
* behalve wanneer de flitser afgaat of wanneer de sluitertijd lang is.
Verwant onderwerp