Gebruik van de ingebouwde projector (HDR-PJ260E/PJ260VE/PJ580E/PJ580VE/PJ600E/PJ600VE)
-
Richt de projectorlens op een oppervlak, zoals een muur, en druk vervolgens op PROJECTOR.
-
Wanneer het bedieningshandleidingsscherm verschijnt, selecteert u [Projecteren].
-
Dit scherm verschijnt als u de ingebouwde projector voor het eerst gebruikt.
-
Pas de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan met de scherpstelknop.
-
Het geprojecteerde beeld wordt groter als de afstand tussen uw camcorder en het reflecterende oppervlak toeneemt.
-
U kunt het beste de camcorder neerzetten op een afstand van ongeveer 0,5 m (bij benadering) of meer van het oppervlak waarop de beelden worden geprojecteerd.
-
Selecteer het beeld dat u wilt afspelen met behulp van de motorzoomknop en druk op PHOTO om het afspelen te beginnen.
-
Verplaats met behulp van de motorzoomknop het selectiekader dat op het LCD-scherm verschijnt en druk op de knop PHOTO als u het item in het kader wilt weergeven.
-
Raadpleeg het afspeelhoofdstuk voor meer details over afspelen. [Details]
-
Druk, wanneer u de draadloze afstandsbediening gebruikt en het selectiekader wilt verplaatsen, op /// en start het afspelen van het item in het kader door op ENTER te drukken (HDR-PJ260E/PJ260VE/PJ580E/PJ580VE/PJ600E/PJ600VE).
-
Als u de projector wilt uitschakelen, drukt u op PROJECTOR.
-
Let op de volgende handelingen of situaties wanneer u de projector gebruikt.
-
Projecteer nooit beelden naar de ogen toe.
-
Raak de projectorlens niet aan.
-
Het LCD-scherm en de projectorlens worden warm wanneer ze werken.
-
Door de projector te gebruiken, gaat de accu minder lang mee.
-
De volgende functies werken niet wanneer de projector wordt gebruikt.
-
Kaartbediening (HDR-PJ260VE/PJ580VE/PJ600VE)
-
Gemarkeerde weergave met een TV
-
Camcorder bedienen met gesloten LCD-scherm
-
Diverse andere functies