Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen

Beelden kunnen niet worden opgenomen.
  • Als beelden worden opgenomen in het interne geheugen, zelfs wanneer er een geheugenkaart geplaatst is in de camera, dient u na te gaan of de geheugenkaart volledig in de camera is ingevoerd.

  • Controleer de vrije ruimte in het interne geheugen of op de geheugenkaart. Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit:

  • Plaats een andere geheugenkaart.

  • Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.

  • Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u een van de volgende geheugenkaarten te gebruiken (DSC-W620):

  • "Memory Stick PRO Duo" (Mark2), "Memory Stick PRO-HG Duo"

  • SD-kaart (klasse 4 of sneller)

  • Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u een van de volgende geheugenkaarten te gebruiken (DSC-S5000):

  • "Memory Stick PRO Duo", "Memory Stick PRO-HG Duo"

  • SD-kaart (klasse 2 of sneller)

  • Zet de functieknop in de stand (stilstaand beeld) wanneer u stilstaande beelden wilt opnemen.

  • Voor het opnemen van bewegende beelden zet u de functieknop in de stand (bewegende beelden).

De lachsluiterfunctie werkt niet.
  • Er wordt geen beeld opgenomen als er geen lachend gezicht wordt herkend. [Details]

De bewegingscompensatiefunctie werkt niet.
  • De bewegingscompensatiefunctie werkt niet wanneer weergegeven wordt op het scherm.

  • De bewegingscompensatiefunctie werkt mogelijk niet goed bij het maken van nachtopnames.

  • Druk eerst de sluiterknop half in voor u een opname maakt.

Het beeld is onscherp.
  • Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Zorg ervoor dat tijdens het opnemen de lens van de camera verder verwijderd is van het onderwerp dan de minimale opnameafstand (ongeveer 10 cm (W-kant)/100 cm (T-kant) tussen lens en onderwerp).

  • (Nachtscène) of (Landschap) is geselecteerd als scènekeuzefunctie voor het opnemen van stilstaande beelden.

De zoomfunctie werkt niet.
  • U kunt de optische zoom niet gebruiken in de functie panorama door beweging.

  • U kunt de zoomvergrotingsfactor niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden (alleen DSC-S5000).

  • U kunt de slimme zoomfunctie niet gebruiken afhankelijk van het beeldformaat. [Details]

  • U kunt de digitale zoomfunctie niet gebruiken wanneer:

  • Er bewegende beelden worden opgenomen (alleen DSC-S5000).

  • De lachsluiterfunctie is ingeschakeld.

  • [Zelfontsp.] ingesteld is op [Zelfportret één persoon] of [Zelfportret twee personen].

Kan de gezichtsherkenningsfunctie niet selecteren.
  • U kunt de gezichtsherkenningsfunctie alleen selecteren als de scherpstellingsfunctie ingesteld is op [Multi-AF] en de [Lichtmeetfunctie] is ingesteld op [Multi].

De flitser werkt niet.
  • U kunt de flitser niet gebruiken wanneer:

  • Cont. opname-instellingen is geselecteerd. [Details]

  • (Nachtscène) of (Hoge gevoeligheid) is geselecteerd als scènekeuzefunctie.

  • Wanneer u opneemt met de functie Panorama door beweging.

  • U bewegende beelden opneemt.

  • Stel de flitser in op (Aan) wanneer de scènekeuzefunctie is ingesteld op (Landschap), (Voedsel), (Huisdieren), (Strand) of (Sneeuw). [Details]

Wazige, witte, ronde vlekken verschijnen in beelden opgenomen met de flitser.
  • Deeltjes (stof, pollen enz.) in de lucht weerkaatsten het flitslicht en worden zichtbaar in het beeld. Dit is geen defect. [Details]

De close-upopnamefunctie (Macro) werkt niet.
  • De camera stelt automatisch scherp. Houd de ontspanknop tot halverwege ingedrukt. Het scherpstellen kan enige tijd duren als een onderwerp van dichtbij wordt opgenomen.

  • (Landschap) of (Nachtscène) is geselecteerd als scènekeuzefunctie.

De datum en tijd worden niet weergegeven op het scherm.
  • Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet afgebeeld. Deze worden alleen tijdens de weergave afgebeeld.

De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt.
  • De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in. [Details]

De kleuren van het beeld zijn niet juist.
Witte of paarse strepen verschijnen op heldere delen van het onderwerp, of het gehele scherm van het beeld wordt roodachtig.
  • Dit fenomeen heet versmeren. Dit is geen defect. Het smeereffect wordt niet opgenomen op de stilstaande beelden, maar wordt opgenomen als strepen of ongelijkmatige kleuren op panoramabeelden of bewegende beelden.
    ("Heldere delen" verwijst naar de zon of elektrische lampen die veel feller zijn dan hun omgeving.)

In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt.
  • De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld.

De ogen van het onderwerp zijn rood.
  • Stel [Rode-ogenvermind.] in op [Autom.] of [Aan]. [Details]

  • Neem het beeld op met behulp van de flitser vanaf een afstand korter dan het flitsbereik.

  • Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.

  • Werk het beeld bij met behulp van [Bijwerken] [Rode-ogen-correctie] op het weergavemenu [Details], of bewerk het beeld met behulp van de software "PlayMemories Home" [Details].

Punten verschijnen en blijven op het scherm.
  • Dit is geen defect. Deze punten worden niet opgenomen.

Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
  • Het interne geheugen of de geheugenkaart is vol. Verwijder overbodige beelden. [Details] [Details]

  • De batterij is bijna leeg.
    DSC-W620: plaats een opgeladen batterij.
    DSC-S5000: plaats nieuwe batterijen of opgeladen nikkel-metaalhydridebatterijen (los verkrijgbaar).

Hetzelfde beeld wordt meerdere keren opgenomen.
  • Stel [Continue opname instellingen] in op [Enkele opname]. [Details]