Diafragmavoorkeuze

Hiermee kunt u het scherpstellingsbereik of de mate van onscherpe achtergrond instellen.
  1. Zet de functiekeuzeknop in de stand (Diafragmavoorkeuze).

  1. Draai de diafragmaring om de diafragmawaarde (het F-getal) te selecteren.

  • U kunt een diafragmawaarde (F-getal) selecteren tussen F2,0 en F22.

  • De sluitertijd wordt automatisch ingesteld tussen 1/4000 seconde tot en met 30 seconden.

  1. Neem op met de ontspanknop.

Over de diafragmavoorkeur
Hoe lager de diafragmawaarde (het F-getal), hoe groter het gat waardoor het licht binnenvalt. De scherptediepte neemt af en alles, behalve de voorwerpen binnen een klein afstandsbereik, zal onscherp zijn. Dit is goed voor portretten, enz.
Hoe hoger de diafragmawaarde (het F-getal), hoe kleiner het gat waardoor het licht binnenvalt. Zowel voorwerpen relatief dichtbij de lens als ver verwijderd zullen scherpgesteld zijn. Dit is goed voor landschappen, enz.
Opmerkingen
  • Als na het maken van de instellingen geen juiste belichting wordt verkregen, knipperen de indicators van de instelwaarden op het scherm. U kunt onder deze omstandigheden opnemen, maar wij adviseren u de instelwaarden opnieuw in te stellen.

  • De helderheid van de beelden die op het scherm worden weergegeven, kan verschillen van het werkelijk opgenomen beeld.

Verwant onderwerp