Sluitertijdvoorkeuze
-
Zet de functiekeuzeknop in de stand (Sluitertijdvoorkeuze).
-
Draai de besturingsknop om de sluitertijd te selecteren.
-
U kunt een sluitertijd tussen 1/4000* seconde en 30 seconden selecteren.
-
Neem op met de ontspanknop.
-
Wanneer de sluitertijd kort is, kan de hoeveelheid flitslicht onvoldoende zijn ondanks dat de flitser afgaat.
-
Als na het maken van de instellingen geen juiste belichting wordt verkregen, knipperen de indicators van de instelwaarden op het scherm. U kunt onder deze omstandigheden opnemen, maar wij adviseren u de instelwaarden opnieuw in te stellen.
-
Sluitertijden van 0,4 seconde en langer worden aangegeven met [˝], bijvoorbeeld 0,4˝.
-
Als u de sluitertijd langer maakt, adviseren wij u een statief te gebruiken om camerabeweging te voorkomen.
-
Als u lange sluitertijden selecteert, duurt het verwerken van de beeldgegevens ook langer.