Accu en voeding

Het lukt niet om de accu in de camera te plaatsen.
  • Controleer of de accu in de juiste richting wordt gehouden en plaats deze zodat de uitwerphendel voor de accu wordt vergrendeld.

De camera kan niet worden ingeschakeld.
  • Nadat de accu in de camera is geplaatst, kan het enkele momenten duren voordat de camera van stroom wordt voorzien.

  • Controleer of de accu correct is geplaatst.

  • De accu zal uit zichzelf leeglopen, zelfs als u deze niet gebruikt. Laad de accu vóór gebruik op.

  • Controleer of het accutype compatibel is. [Details]

De camera schakelt plotseling uit.
  • Afhankelijk van de camera- en accutemperatuur kan de voeding automatisch worden uitgeschakeld om de camera te beschermen. In dat geval wordt een mededeling op het scherm weergegeven voordat de voeding wordt uitgeschakeld.

  • Als u de camera gedurende een bepaalde periode niet bedient terwijl deze is ingeschakeld en [Stroombesparing] ingesteld is op [Standaard] of [Max], wordt de camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt. Schakel de camera weer in.

De aanduiding voor de resterende acculading is onjuist.
  • Dit kan gebeuren wanneer u de camera gebruikt op een zeer warme of koude plaats.

  • De capaciteit van de accu neemt na verloop van tijd en na herhaald gebruik af. Als de autonomie tussen de ladingen veel te klein is geworden, moet u waarschijnlijk een nieuwe accu aanschaffen.

Het oplaadlampje van de camera knippert tijdens het opladen van de accu.
  • Controleer of het accutype compatibel is. [Details]

  • Het oplaadlampje van de camera knippert langzaam wanneer u een accu gebruikt die een lange tijd niet is gebruikt. Verwijder in dat geval de accu uit de camera en plaats deze vervolgens terug.

De accu is niet geladen, zelfs niet nadat het oplaadlampje gedoofd is en het opladen voltooid is.
  • Dit kan gebeuren wanneer u de accu oplaadt op een zeer warme of koude plaats. Laad de accu op binnen het aanbevolen temperatuurbereik van 10°C tot 30°C.