Het besturingswiel gebruiken

De volgende functies zijn bereikbaar via de boven-/onder-/linker-/rechterkant van het besturingswiel: (Weergave-instelling), (Flitser), (Zelfontsp.) en (Continue opname instellingen).
Druk het besturingswiel in de richting van elk pictogram om het instelscherm van elke functie op te roepen.
Verdraai het besturingswiel of druk op de boven-/onder-/linker-/rechterkant van het besturingswiel om het selectiekader op het scherm te verplaatsen.
Druk op in het midden van het besturingswiel om het geselecteerde item in te stellen.

Het selectiekader op het MENU-scherm enz. verplaatsen

Verdraai het besturingswiel of druk op de boven-/onder-/linker-/rechterkant van het besturingswiel om het selectiekader te verplaatsen. In sommige functies kunt u ook het selectiekader verplaatsen door aan het besturingswiel te draaien.

Een beeld selecteren om weer te geven

Druk op de rechter- of linkerkant van het besturingswiel of verdraai het besturingswiel om het volgende of vorige beeld weer te geven.

Een opnamefunctie selecteren

Verdraai het besturingswiel om het selectiescherm voor de opnamefunctie weer te geven.
Blijf draaien aan het besturingswiel tot de gewenste functie geselecteerd is.
De beschikbare functies verschillen afhankelijk van de positie van de functieschakelaar.
  • Via [MENU] is het ook mogelijk om de opnamefunctie te wijzigen.