Flitser
-
Druk op (Flitser) op het besturingswiel.
-
Selecteer de gewenste stand.
|
(Geavanceerde flitser)
|
De flitser gaat automatisch af bij opnemen op donkere plaatsen of bij tegenlicht. Op donkere plaatsen wordt de ISO-gevoeligheid verhoogd om over een grotere afstand heldere opnames te kunnen maken.
|
|
(Autom.)
|
De flitser gaat automatisch af bij opnemen op donkere plaatsen of met tegenlicht.
|
|
De flitser gaat altijd af.
|
|
|
De flitser gaat altijd af.
Op donkere plaatsen is de sluitertijd lang om de achtergrond die buiten het bereik van het flitslicht valt toch helder op te nemen.
|
|
|
(Uit)
|
De flitser gaat niet af.
|
-
Verlicht het vertrek en neem het onderwerp zonder flitser op.
-
Selecteer (Anti-bewegingswaas) of (Hoge gevoeligheid) als scènekeuzefunctie. ([Uit] wordt automatisch geselecteerd.)
-
De flitser gaat tweemaal af. De eerste keer is om de lichthoeveelheid in te stellen.
-
Tijdens het opladen van de flitser wordt weergegeven.
-
U kunt de flitser niet gebruiken tijdens opnemen in de burstfunctie.
-
[Geavanceerde flitser] kan alleen worden ingesteld wanneer de opnamefunctie ingesteld is op [Intelligent automatisch] of [Superieur automatisch].
-
Wanneer u opneemt met de flitser en de zoom is ingesteld op W, kan, afhankelijk van de opnameomstandigheden, de schaduw van de lens in het scherm verschijnen. In dit geval stelt u de zoom in op T en neemt u opnieuw op met de flitser.