Witbalans

Hiermee kunt u de kleurtinten instellen overeenkomstig het omgevingslicht. Gebruik deze functie als de beeldkleuren onnatuurlijk lijken.
  1. MENU (Witbalans) gewenste functie


(Autom.)
Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld zodat de kleuren natuurlijk lijken.

(Daglicht)
Hiermee wordt gecompenseerd voor omstandigheden buitenshuis op een mooie dag, avondscènes, nachtscènes, neonreclame, vuurwerk enz.

(Bewolkt)
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht of een schaduwrijke plaats.

(Fluorescerend Witbalans 1)
(Fluorescerend Witbalans 2)
(Fluorescerend Witbalans 3)
[Fluorescerend Witbalans 1]: hiermee wordt gecompenseerd voor witte, fluorescerende verlichting.
[Fluorescerend Witbalans 2]: hiermee wordt gecompenseerd voor natuurlijk witte, fluorescerende verlichting.
[Fluorescerend Witbalans 3]: hiermee wordt gecompenseerd voor dagwitte, fluorescerende verlichting.

(Gloeilamp)
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen onder een gloeilamp of onder felle verlichting, zoals in een fotostudio.

(Flitser)
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.

(1x drukken)
Past afhankelijk van de lichtbron de witbalans aan. Gebruik deze functie als u geen correcte kleuren kunt verkrijgen met [Autom.] en andere instellingen.

(1x druk. inst.)
Onthoudt de witte basiskleur die gebruikt wordt in de functie [1x drukken]. [Details]

Effecten van de belichtingsomstandigheden
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden.
De kleurtinten worden automatisch ingesteld, maar u kunt de kleurtinten ook handmatig instellen met behulp van de witbalansfunctie.
Daglicht (wit als standaardinstelling)
Bewolkt (blauwachtig)
Fluorescerend licht (groene tint)
Gloeilamplicht (roodachtig)

De witte basiskleur vastleggen in de functie [1x druk. inst.]

  1. Geef een wit voorwerp zoals een vel papier volledig weer op het scherm onder dezelfde lichtomstandigheden als waarmee u het onderwerp wilt opnemen.

  1. MENU (Witbalans) [1x druk. inst.]

Het scherm wordt even zwart, en als de witbalans aangepast is en in het geheugen is opgeslagen, wordt het opnamescherm opnieuw weergegeven.
Opmerkingen
  • Als de -aanduiding knippert tijdens het opnemen, kan de witbalans niet worden ingesteld. Gebruik de automatische witbalans.

  • Stel de camera niet bloot aan schokken of trillingen als [1x druk. inst.] is geactiveerd.

  • Als de flitser ingesteld is op een andere functie dan [Autom.] of [Uit], wordt de witbalans aangepast aan de situatie waarbij de flitser flitst.

Verwant onderwerp