Intelligent automatisch
Uw camcorder neemt films op nadat de meest geschikte instelling voor de onderwerpen of de situatie automatisch is geselecteerd. ([Aan] is de standaardinstelling.)
-
Selecteer [Aan] onderaan rechts op het film- of foto-opnamescherm.
-
Richt de camcorder op het onderwerp en start het opnemen.
De pictogrammen van de gedetecteerde omstandigheden worden weergegeven.
Gezichtsdetectie:
(Portret), (Baby)
Scènedetectie:
(Tegenlicht), (Landschap), (Nachtscène), (Spotlight), (Duister), (Macro)
Cameratrillingsdetectie:
(Lopen) (HDR-CX280/ CX280E/ CX290/ CX290E/ CX320/ CX320E/ CX380/ CX380E/ CX390E/ PJ320E/ PJ380/ PJ380E/ PJ390E), (Statief)
Geluidsdetectie:
, (Auto windruisreduct.) (HDR-CX320/ CX320E/ CX380/ CX380E/ CX390E/ PJ320E/ PJ380/ PJ380E/ PJ390E)
Als u de functie Intelligent automatisch wilt annuleren, selecteert u
[Uit].
Opmerkingen
-
De camcorder kan een scène of onderwerp mogelijk niet detecteren, afhankelijk van de omstandigheden.
Gerelateerde onderwerpen
[Low Lux]