Opnemen
-
Het afspeelscherm wordt weergegeven. Stop het afspelen en selecteer [Opnamefunctie] [ Film] of [ Foto].
-
Het beeld dat u zojuist hebt opgenomen, wordt vastgelegd op het opnamemedium. U kunt geen nieuwe opname maken tijdens deze periode.
-
Het opnamemedium is vol. Verwijder ongewenste beelden. [Details]
-
Het totale aantal filmscènes of foto's overschrijdt de opnamecapaciteit van de camcorder [Details][Details]. Verwijder ongewenste beelden [Details].
-
U kunt geen foto's opnemen met:
-
[Vloeiende lang- zame OPNAME]
-
[Golfopname]
-
[Fader]
-
De camcorder kan geen foto's nemen in de filmopnamestand, als [Opnamefunctie] of [Framerate] is geselecteerd.
-
De scène die u zojuist hebt opgenomen, wordt vastgelegd op de geheugenkaart.
-
Het beeldveld kan er anders uitzien afhankelijk van de toestand van de camcorder. Dit duidt niet op een storing.
-
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan de beschikbare opnameduur korter zijn, bijvoorbeeld bij het opnemen van snel bewegende onderwerpen e.d.
-
Als u de camcorder blijft blootstellen aan trillingen, kan de opname stoppen.
-
Op uw camcorder kan er een klein tijdverschil zijn tussen het moment waarop u op START/STOP drukt en het moment dat de opgenomen film werkelijk start/stopt. Dit duidt niet op een storing.
-
De breedte-/hoogteverhouding van films in HD-beeldkwaliteit (HD) en MP4-films is 16:9 (breedbeeld).
-
Stel [Scherpstellen] in op [Autom.]. [Details]
-
De opnamecondities zijn niet geschikt voor automatisch scherpstellen. Pas de scherpstelling handmatig aan. [Details]
-
De camcorder compenseert mogelijk geen uitzonderlijk sterke trillingen, ook al is [SteadyShot] ingesteld op [Actief] of [Standaard], [SteadyShot] op [Aan].
-
Stel [Conversielens] in op [Uit].
-
Wanneer u langdurig beelden herhaaldelijk opneemt en wist, kunnen de bestanden op de opnamemedia gefragmenteerd raken waardoor beelden niet goed worden opgenomen of afgespeeld. Formatteer de opnamemedia op uw camcorder nadat u een reservekopie van de beelden op andere media hebt gemaakt. [Details]
-
Dit wordt het brandpuntsvlakfenomeen genoemd. Dit duidt niet op een storing. Door de manier waarop het beeldapparaat (CMOS-sensor) de beeldsignalen leest, kunnen onderwerpen die snel door de lens lopen, afhankelijk van de opnameomstandigheden vervormd lijken.
-
Dit doet zich voor bij opnamen onder een fluorescentielamp, natriumlamp of kwiklamp. Dit duidt niet op een storing.
-
Stel [SteadyShot] niet in op [Actief]. [Details]
-
U kunt de LCD-helderheid niet instellen wanneer:
-
Het LCD-scherm is gesloten op uw camcorder met het LCD-scherm naar buiten gericht.
-
Stroom wordt geleverd door de netspanningsadapter.
-
Als u een externe microfoon aansluit of loskoppelt, enz. tijdens het opnemen van film, wordt het geluid mogelijk niet goed opgenomen. Geluid wordt goed opgenomen door de microfoon aan te sluiten bij het begin van de filmopname.
-
Als u het volume van het geluid verlaagt tot het minimum door aanpassen van [Audio opnameniveau], kan geen geluid worden opgenomen van films. [Details]
-
In de standaardinstelling worden foto's automatisch vastgelegd wanneer de camcorder een lach detecteert ([Lach-sluiter]). [Details]