Het is uiterst belangrijk om de nodige beveiligingsmaatregelen te treffen wanneer u toestellen gebruikt die uitgerust zijn met een functie voor draadloos LAN. Als u geen beveiliging instelt, is het apparaat toegankelijk via elk compatibel toestel dat zich binnen communicatieafstand bevindt.
Om uw gegevens te beschermen, moet u dus zeker de beveiliging instellen.
Als dit apparaat al beveiligd is, is het niet nodig de beveiliging in te stellen via andere toestellen.
Wanneer de volgende melding wordt weergegeven, tikt u op [OK(OK)].
Wij raden u aan [WPA2] te gebruiken.
Als u [Geen(None)] selecteert, is er geen beveiliging ingesteld voor het apparaat.
De lengte van het wachtwoord hangt af van de verificatiemethode.
WEP: 5 tekens of 13 tekens
WPA: 8 - 63 tekens
WPA2: 8 - 63 tekens
Het apparaat is nu beveiligd met een wachtwoord.
Tik op [OK(OK)] om terug te keren naar het instelmenu.