De gegevens op de geheugenkaart worden geraadpleegd. Werp de geheugenkaart niet uit.
Het draadloze LAN van dit apparaat wordt gestart.
Het draadloze LAN van dit apparaat is geactiveerd.
Het apparaat is uitgeschakeld.
De systeemsoftware van het apparaat wordt geüpdatet.
De batterij van dit apparaat wordt opgeladen.
Het opladen is onderbroken wegens een te hoge temperatuur in het apparaat enz.
De batterij is volledig opgeladen. Het lampje voor de batterijcapaciteit is eveneens gedoofd als de batterijadapter niet ondersteund wordt.
Voldoende batterijcapaciteit (ongeveer 60% of meer)
Er is nog resterende batterijcapaciteit, maar onvoldoende (ongeveer 20% - 60%)
De batterij is bijna leeg en moet opgeladen worden (ongeveer 20% of minder)
Het apparaat is uitgeschakeld of de batterij is volledig leeg.