Zoomen (bewegende beelden)

U kunt bij het opnemen een beeld vergroten met de W/T (zoom)-hendel. De optische zoomfunctie van de camera kan beelden tot 50× vergroten.
U kunt de zoomfactor instellen met de W/T (zoom)-hendel of met de handmatige ring.

Zoomen met behulp van de W/T (zoom)-hendel
  1. Stel de camera in op de opnamefunctie.

  1. Beweeg de W/T (zoom)-hendel.

Beweeg de hendel naar de T-kant om in te zoomen of naar de W-kant om uit te zoomen.
Zoomen met de handmatige ring
  1. Stel de schakelaar voor zoomen/scherpstellen in op AF/ZOOM.

  1. Draai aan de handmatige ring.

Draai de handmatige ring naar de T-zijde om in te zoomen en naar de W-zijde om uit te zoomen.

Beschikbaar zoombereik

Tijdens het zoomen kunt u verder inzoomen dan de 50× optische zoom. Stel [Digitale zoom] in op [Aan] om de beelden te vergroten. Met de camera kunt u beelden tot 200× vergroten.
  1. Bereik van de optische zoom

Optische zoom: de optische zoomfunctie van de camera kan beelden tot 50× vergroten.
  1. Zoombereik (niet optisch)

[Digitale zoom]: minder dan de oorspronkelijke beeldkwaliteit. [Details]


Functie
Instellingen
Zoombalk
Maximaal inzoomen zonder dat de beeldkwaliteit verslechtert
[Digitale zoom]: [Uit]
Maximaal inzoomen
[Digitale zoom]: [Aan]

Opmerkingen
  • [Helder Beeld Zoom] is niet beschikbaar tijdens het opnemen van bewegende beelden.

  • De camera zoomt langzaam bij het opnemen van bewegende beelden.