Zoomen (bewegende beelden)

U kunt tijdens het opnemen een beeld vergroten met de W/T (zoom)-hendel. De optische zoomfunctie van de camera kan beelden tot 3,6× vergroten.
Met de optische zoomfunctie kunt u een beeld vergroten zonder dat de oorspronkelijke beeldkwaliteit verslechtert.
  1. Stel de camera in op de opnamefunctie.

  1. Draai aan de W/T (zoom)-hendel.

  • Beweeg de hendel naar de T-kant om in te zoomen of naar de W-kant om uit te zoomen.

  • Wanneer zoomen toegewezen is aan de bedieningsring, kunt u in- en uitzoomen met de bedieningsring. [Details]

Beschikbaar zoombereik

Tijdens het zoomen kunt u verder inzoomen dan de 3,6× optische zoom. Tijdens het opnemen van bewegende beelden is de digitale zoom altijd geactiveerd wanneer de zoomschaal hoger ligt dan 3,6×, zelfs als [Digitale zoom] ingesteld is op [Uit]. Met de camera kunt u beelden tot 14× vergroten.
  1. Bereik van de optische zoom

Optische zoom: de optische zoomfunctie van de camera kan beelden tot 3,6× vergroten.
  1. Zoombereik (niet optisch)

[Digitale zoom]: minder dan de oorspronkelijke beeldkwaliteit [Details]
Opmerkingen
  • [Helder Beeld Zoom] is niet beschikbaar tijdens het opnemen van bewegende beelden.

  • De camera zoomt langzaam bij het opnemen van bewegende beelden.