Creatief met foto’s
-
Zet de functietoets in de stand (Slim automatisch) of (Superieur automatisch).
-
Druk op / (Creatief met foto’s) op het besturingswiel.
-
Selecteer het gewenste item met het besturingswiel.
(Achterg. onsch.)
|
Hiermee kunt u de intensiteit van de achtergrondonscherpte aanpassen.
|
(Helderheid)
|
Hiermee kunt u de helderheid aanpassen.
|
(Kleur)
|
Hiermee kunt u de kleur aanpassen.
|
(Levendigheid)
|
Hiermee kunt u de levendigheid aanpassen.
|
(Foto-effect)
|
Hiermee kunt u een stilstaand beeld opnemen met een originele textuur overeenkomstig het gewenste effect.
|
-
Verander de instellingen met het besturingswiel.
-
U kunt sommige instellingen combineren door stap 3 en 4 te herhalen.
-
Om de standaardinstellingen te herstellen, drukt u op de / (Helpfunctie in camera)-toets. (Achterg. onsch.), (Helderheid), (Kleur) en (Levendigheid) worden ingesteld op [AUTO], en (Foto-effect) wordt ingesteld op .
-
Bij opname van stilstaande beelden: maak opnames met de ontspanknop.
Bij opname van bewegende beelden: druk op de MOVIE (bewegende beelden)-toets om de opname te starten.
-
Wanneer u bewegende beelden opneemt met de functie [Creatief met foto’s], kunt u alleen [Achterg. onsch.] selecteren tijdens het opnemen.
-
Als u de camerafunctie omschakelt naar de functie [Slim automatisch], de functie [Superieur automatisch] of de camera uitschakelt, keren de instellingen die u hebt veranderd terug naar de standaardinstellingen.
-
Wanneer u [Creatief met foto’s] instelt in de functie [Superieur automatisch], is het op elkaar leggen van de beelden niet mogelijk.