Automat. kadreren

Als de camera een gezicht, close-up of onderwerp dat gevolgd wordt met de functie Scherpstellen-volgen herkent en opneemt, wordt het opgenomen beeld automatisch bijgesneden naar de optimale compositie.
Zowel het originele als het bijgesneden beeld worden opgenomen. Het bijgesneden beeld wordt opgeslagen in hetzelfde beeldformaat als het originele beeld.
  1. MENU 2 [Automat. kadreren] gewenste functie

Het pictogram op het scherm wordt groen wanneer de camera besluit dat een opgenomen beeld kan worden bijgesneden.
  • Na het opnemen wordt het bijgesneden gebied aangegeven met een kader op het scherm voor automatische weergave.


(Uit)
Hiermee kunt u instellen of [Automat. kadreren] moet worden gebruikt of niet.

(Automatisch)

Opmerkingen
  • Afhankelijk van de opnameomstandigheden is het mogelijk dat het beeld niet wordt bijgesneden naar de optimale compositie.

  • Automatisch kadreren kan niet gebruikt worden bij de volgende instellingen.

  • Wanneer [Kwaliteit] ingesteld is op [RAW] of [RAW en JPEG]

  • Wanneer [DRO/Auto HDR] ingesteld is op [Auto HDR]

  • Wanneer [Scherpstelfunctie] ingesteld is op [H. scherpst.]

  • Wanneer [Transportfunctie] ingesteld is op [Continue opname], [Cont. m. snelh.vk.], [Zelfontsp.(Cont.)], [Bracket: continu] of [Witbalansbracket]

  • Wanneer [ISO] ingesteld is op [Ruisond. Multi Frame]

  • Wanneer [Lach-/Gezichtsherk.] ingesteld is op [Uit], kunt u [Automat. kadreren] niet gebruiken voor gezichten.

Verwant onderwerp