Geheugen
-
Stel de camera in op de instelling die u wilt registreren.
-
MENU 5 [Geheugen] gewenst nummer
-
Als u de instellingen wilt veranderen, voert u stap 1 en 2 opnieuw uit.
Items die kunnen worden geregistreerd
-
Opnamefuncties ingesteld met de functietoets
-
Diafragma (F-waarde)
-
Sluitertijd
-
EV
-
Items uit (opnamemenu voor stilstaande beelden)
-
Items uit (opnamemenu voor bewegende beelden)
-
Optische zoomvergroting
-
Programmawissel en Handmatige scherpstelling kunnen niet geregistreerd worden.
Geregistreerde instellingen oproepen
-
Zet de functietoets in de stand (Geheugennummer oproepen).
-
Druk op / op het besturingswiel of verdraai het besturingswiel om het gewenste nummer te selecteren.
-
Als u (Geheugennummer oproepen) instelt na het voltooien van de opname-instellingen, krijgen de opgeroepen waarden voor [Geheugen] voorrang en zijn de oorspronkelijke instellingen mogelijk ongeldig. Controleer de aanduidingen op het scherm voordat u opneemt.