Scènekeuze

U kunt beelden effectief opnemen onder verschillende omstandigheden.
  1. [Camera/Microfoon] [Camera-instellingen] [Scènekeuze].

  1. Selecteer het gewenste item.


(Autom.)
De beeldkwaliteit wordt automatisch aangepast.

(Nachtscène)*1
Behoudt de donkere sfeer van de omgeving bij nachtscènes.

(Nachtportret)
Maakt fotograferen mogelijk van personen en achtergrond met de flitser.

(Zonsop-/onderg.)*1
Reproduceert de sfeer van scènes als een zonsopgang of zonsondergang.

(Vuurwerk)*1
Spectaculaire opnamen van vuurwerk maken.

(Landschap)*1
Verafgelegen onderwerpen scherp opnemen. Met deze instelling voorkomt u ook dat de camera scherpstelt op glas of metaalgaas in ramen dat zich tussen de camcorder en het onderwerp bevindt.

(Portret)
Haalt het onderwerp, zoals personen of bloemen, naar voren en zorgt voor een zachte, diffuse achtergrond.

(Spotlight)*2
Voorkomt dat gezichten van personen zeer wit lijken wanneer u de onderwerpen opneemt bij fel licht.

(Strand)*2
Helder blauw van oceaan of een meer opnemen.

(Onderwater)*2
Helder beeld onder water opnemen.

(Sneeuw)*2
Heldere beelden van wit landschap opnemen.

*1 Aangepast om alleen scherp te stellen op onderwerpen op afstand.
*2 Aangepast om niet scherp te stellen op onderwerpen die dichtbij zijn.
Opmerkingen
  • Ook als u [Nachtportret] instelt, verandert de instelling in [Autom.] bij selectie van de (film)-stand.

  • Als u [Scènekeuze] instelt, wordt de instelling [Witbalans] geannuleerd.