Gebruik en onderhoud

Taalinstelling

  • De schermkaders in de plaatselijke taal worden gebruikt om de bedieningsprocedures te illustreren. Wijzig de schermtaal voordat u de camcorder gebruikt, als dat nodig is.

Opnemen

  • Test, voordat u begint met opnemen, de opnamefunctie zodat u zeker weet dat beeld en geluid zonder problemen zullen worden vastgelegd.

  • Er wordt geen vergoeding verstrekt voor de inhoud van opnamen, ook niet als er niet kan worden opgenomen of weergegeven als gevolg van een storing van de camcorder, problemen met de opnamemedia enzovoort.

  • Televisiekleursystemen verschillen afhankelijk van het land/de regio. U kunt de opnamen van deze camcorder alleen weergeven op een televisie die het signaalformaat voor deze camcorder ondersteunt. Zie voor meer informatie over het signaalformaat het volgende.

  • PAL: HDR-GW66E/ GW66VE/ GWP88E/ GWP88VE

  • NTSC: HDR-GW66V/ GWP88/ GWP88V

  • Voor televisieprogramma's, films, videobanden en ander beeldmateriaal gelden mogelijk auteursrechten. Het opnemen van dergelijk materiaal zonder toestemming kan een inbreuk betekenen op de wetgeving inzake auteursrechten.

Opmerkingen bij het gebruik

  • Doe het volgende niet. Als u dit toch doet, kunnen opnamemedia worden beschadigd, kunnen opgenomen beelden niet worden afgespeeld of verloren gaan of kunnen andere defecten optreden.

  • de geheugenkaart uitwerpen terwijl het toegangslampje brandt of knippert

  • de accu verwijderen of netspanningsadapter loskoppelen van de camcorder of de camcorder blootstellen aan mechanische schokken of trillingen wanneer het toegangslampje brandt of knippert

  • Wanneer de camcorder is aangesloten op andere apparatuur via een USB-aansluiting en de camcorder is ingeschakeld, mag het LCD-paneel niet worden gesloten. De opnamebeeldgegevens kunnen dan verloren gaan.

  • Gebruik de camcorder conform de lokale wetgeving. De GPS-functie van de camcorder wordt geactiveerd wanneer [GPS-Instelling] op [Aan] is gesteld, ook wanneer de camcorder niet is ingeschakeld. Zet tijdens het opstijgen en landen van een vliegtuig [Vliegtuig-stand] op [Aan] (HDR-GW66V/ GW66VE/ GWP88V/ GWP88VE).

LCD-paneel

  • Het LCD-scherm is vervaardigd met uiterst verfijnde precisietechnologie en dat maakt dat minstens 99,99% van de pixels voor gebruik beschikbaar is. Soms kunnen er echter zwarte en/of heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen) verschijnen op het LCD-scherm. Deze stipjes duiden niet op fabricagefouten en hebben geen enkele invloed op de opnamen.

A: Witte, rode, blauwe of groene stipjes
B: Zwarte stipjes

Meer over deze gebruikershandleiding en afbeeldingen

  • Ontwerp en specificaties van uw camcorder en accessoires kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

  • In deze gebruikershandleiding worden het interne geheugen (HDR-GWP88/ GWP88E/ GWP88V/ GWP88VE) van de camcorder en de geheugenkaart "opnamemedia" genoemd.

  • In deze gebruikershandleiding wordt de DVD die wordt opgenomen in HD-beeldkwaliteit (HD) AVCHD opnamedisc genoemd.

Gebruik en onderhoud

  • Houd de camcorder niet vast aan de volgende onderdelen.


LCD-scherm
Afdekking accu/geheugenkaart/aansluiting
Standaard

  • Richt de camcorder nooit naar de zon. Als u dit wel doet, kan dit een storing van de camcorder veroorzaken. Neem de zon alleen op als het licht niet fel is, zoals tijdens de schemering.

  • Gebruik of bewaar de camcorder en accessoires niet onder de volgende omstandigheden:

  • In een extreem warme, koude of vochtige ruimte. Stel deze nooit bloot aan temperaturen hoger dan 60 ˚C, zoals in de volle zon, nabij verwarmingstoestellen of in een auto die in de zon is geparkeerd. Er kunnen storingen optreden of de camcorder en de accessoires kunnen vervormen.

  • In de buurt van sterk magnetische velden of mechanische trillingen. Er kunnen storingen in de camcorder optreden.

  • In de buurt van sterke radiogolven of straling. De camcorder kan mogelijk niet goed opnemen.

  • In de buurt van tuners zoals TV's of een radio. Er kan ruis optreden.

  • Op zandstranden en in stoffige omgevingen. Zand en stof kunnen storingen in de camcorder veroorzaken. Soms kunnen deze storingen niet meer worden hersteld.

  • Bij ramen of buiten, waar het LCD-scherm of de lens aan direct zonlicht kan worden blootgesteld. Hierdoor wordt het LCD-scherm beschadigd.

  • Gebruik voor werking op gelijkstroom of wisselstroom alleen de accessoires die in deze gebruiksaanwijzing worden vermeld.

  • Zorg dat de camcorder niet nat wordt, bijvoorbeeld door regen of zeewater. Als de camcorder nat wordt, kunnen er storingen optreden. Soms kunnen deze storingen niet meer worden hersteld.

  • Mocht er vloeistof of een voorwerp binnen in de camcorder terechtkomen, dan moet u de stroom onmiddellijk uitschakelen, de stekker uit het stopcontact halen en de camcorder eerst door een Sony-handelaar laten nakijken voordat u het apparaat weer in gebruik neemt.

  • Vermijd ruwe behandeling, demontage, aanpassing en schokken door op het toestel te kloppen, het te laten vallen of erop te trappen. Wees vooral voorzichtig met de lens.

  • Sluit het LCD-scherm wanneer u de camcorder niet gebruikt.

  • Wikkel de camcorder tijdens het gebruik nooit in textiel zoals een handdoek. De binnenkant van de camcorder kan hierdoor ernstig oververhit raken.

  • Als u het netsnoer loskoppelt, moet u aan de stekker en niet aan het snoer trekken.

  • Beschadig het netsnoer niet door er bijvoorbeeld een zwaar voorwerp op te plaatsen.

  • Gebruik geen vervormde of beschadigde accu.

  • Houd de metalen contactpunten goed schoon.

  • Als er elektrolytische vloeistof uit de accu is gelekt:

  • Neem contact op met een plaatselijke, door Sony erkende onderhoudsdienst.

  • Spoel vloeistof af die op uw huid is terechtgekomen.

  • Als er vloeistof in uw ogen is gekomen, wast u uw ogen met veel water en raadpleegt u een arts.

Wanneer u de camcorder langere tijd niet gebruikt

  • Om uw camcorder lange tijd in optimale conditie te houden, schakelt u die ongeveer één keer per maand in en laat u wat beelden opnemen en afspelen.

  • Ontlaad de accu volledig voordat u deze opbergt.

Opmerking bij de temperatuur van de camcorder/accu

  • Wanneer de camcorder of de accu heel warm of koud wordt, kan er mogelijk niet worden opgenomen of afgespeeld doordat er in die situaties beveiligingsfuncties worden geactiveerd. In dit geval verschijnt er een indicator op het LCD-scherm.

  • De werking van de camcorder is gegarandeerd in een temperatuurbereik van –10 °C tot +40 °C. Het wordt aanbevolen de camcorder niet te gebruiken bij extreem hoge en lage temperaturen.

Opmerkingen aangaande het opladen

  • De werking is niet met alle computers gegarandeerd.

  • Indien u de camcorder aansluit op een laptop die niet is verbonden met een stroombron, wordt de accu van de laptop verder ontladen. Laat de camcorder niet op die manier aangesloten op een computer.

  • Opladen met een zelfbouwcomputer, een aangepaste computer of via een USB-hub werkt niet gegarandeerd. De camcorder werkt mogelijk niet goed afhankelijk van het USB-apparaat dat met de computer wordt gebruikt.

  • Schakel de computer niet in, start niet opnieuw op, start niet vanuit de slaapstand en schakel niet uit wanneer de camcorder met de computer is verbonden. Deze handelingen veroorzaken namelijk een onjuiste werking van de camcorder. Ontkoppel de camcorder van de computer alvorens deze handelingen uit te voeren.

Wanneer de camcorder is aangesloten op een computer of accessoires

  • Probeer de opnamemedia van de camcorder niet te formatteren met behulp van een computer. Als u dat toch doet, is het mogelijk dat de camcorder niet werkt zoals het hoort.

  • Zorg ervoor dat u de stekker correct plaatst bij het aansluiten van de camcorder op een ander apparaat door middel van communicatiekabels. Als u de stekker met kracht in de aansluiting duwt, beschadigt u deze en kan dit een defect aan de camcorder veroorzaken.

  • Wanneer de camcorder is aangesloten op andere apparatuur via een USB-aansluiting en de camcorder is ingeschakeld, mag het LCD-paneel niet worden gesloten. De opnamebeeldgegevens kunnen dan verloren gaan.

Opmerkingen bij afzonderlijk verkrijgbare accessoires

  • Wij raden originele Sony-accessoires aan.

  • Originele Sony-accessoires zijn in sommige landen/regio's mogelijk niet beschikbaar.

Omgaan met het LCD-scherm

  • Als u vingerafdrukken, handcrème enzovoort op het LCD-scherm achterlaat, zal de coating van het LCD-scherm gemakkelijk loslaten. Veeg het scherm zo snel mogelijk schoon.

  • Als u kracht uitoefent bij het schoonvegen van het LCD-scherm met een tissue of iets dergelijks, kunnen er krassen ontstaan op de coating van het LCD-scherm.

  • Als het LCD-scherm vuil raakt door vingerafdrukken of stof, kunt u de vingerafdrukken of het stof het beste voorzichtig van het scherm verwijderen en het scherm vervolgens reinigen met een zachte doek of iets dergelijks.

LCD-scherm

  • Druk niet te hard op het LCD-scherm. Dit kan vreemde kleuren en schade veroorzaken.

  • Wanneer u de camcorder gebruikt in een koude omgeving, kunnen er nabeelden op het LCD-scherm verschijnen. Dit duidt niet op een storing.

  • Tijdens het gebruik van de camcorder kan de achterkant van het LCD-scherm warm worden. Dit duidt niet op een storing.

De behuizing en de projectorlens reinigen (HDR-GWP88/ GWP88E/ GWP88V/ GWP88VE)

  • Veeg de behuizing en de lens voorzichtig schoon met een zachte doek zoals een reinigingsdoek of reinigingsdoekje voor een bril.

  • Als de behuizing en de projectorlens zeer vuil zijn, reinigt u de behuizing van de camcorder en de lens met een zachte doek die u een beetje hebt vochtig gemaakt met water, en veegt u de behuizing en de projectorlens vervolgens droog met een zachte, droge doek.

  • Vermijd het volgende aangezien dit de behuizing kan vervormen, de afwerking kan beschadigen of krassen op de lens kan veroorzaken:

  • Gebruik van chemische middelen zoals thinner, benzeen, alcohol, chemische reinigingsdoekjes, insectenwerende middelen, insecticiden en zonnebrandcrème

  • De camcorder gebruiken met de bovenstaande stoffen op uw handen

  • Langdurige blootstelling van de camcorder aan rubber of vinyl

Omgaan met het lichtuitsturende gedeelte van de flitser

  • Als het lichtuitsturende gedeelte van de flitser vuil is door stof of vingerafdrukken, moet u het reinigen met een zachte doek.

Over verzorging en opslag van de lens

  • Veeg het oppervlak van de lens in de volgende gevallen schoon met een zachte doek:

  • Als er vingerafdrukken op de lens zitten

  • Op erg warme of vochtige plaatsen

  • Wanneer de lens aan zoute lucht is blootgesteld, zoals aan zee

  • Bewaar de lens op een goed geventileerde plaats met weinig stof en vuil.

  • Maak de lens regelmatig schoon om schimmelvorming te voorkomen.