Digitale cameraDSC-W830

Opnemen van panoramabeelden

U kunt verschillende beelden samenvoegen tot een panoramabeeld.

  1. Zet de functieschakelaar in de stand (Draaipanorama).
  2. Selecteer een opnamerichting met /// (omhoog/omlaag/links/rechts) op de regeltoets.
  3. Lijn de camera uit met het einde van het onderwerp dat u wilt opnemen en druk de ontspanknop helemaal in.

    a: dit deel wordt niet opgenomen.

  4. Pan de camera naar het einde van de overzichtsbalk (A) volgens de aanduiding op het scherm.

Tips voor het maken van panoramabeelden

Pan de camera met een constante snelheid in een boogbeweging in de richting aangegeven op het scherm.

Stationaire onderwerpen zijn beter geschikt voor een panoramaopname dan bewegende onderwerpen.

Zorg voor een zo kort mogelijke radius.

Verticale richting

Horizontale richting

  • Druk de ontspanknop eerst halverwege in zodat de scherpstelling en belichting worden vergrendeld. Druk daarna de ontspanknop helemaal in en pan de camera horizontaal of verticaal.
  • Als een deel met zeer gevarieerde vormen of landschap zich langs de rand van het scherm bevindt, kan de beeldcompositie mislukken. Pas in dergelijke gevallen de beeldcompositie aan zodat het deel zich in het midden van het beeld bevindt, en neem het beeld opnieuw op.

Een panoramabeeld van 360 graden maken

Deze camera is uitgerust met een functie voor het maken van panoramabeelden. Met deze functie kunt u een panoramabeeld van bijna 360 graden opnemen.

Maak een panoramabeeld door MENU te selecteren en [Panoramisch-beeldformaat] in te stellen op [360°]. Opgenomen panoramabeelden kunnen normaal worden doorlopen wanneer ze op de camera worden weergegeven.

Selecteer een opnamerichting met / op de regeltoets. U kunt geen panoramabeeld in verticale richting opnemen wanneer [Panoramisch-beeldformaat] is ingesteld op [360°].

Afhankelijk van het onderwerp of de opnameomstandigheden, beslaat het opgenomen beeld mogelijk geen 360 graden.

Opmerking

  • Als u de camera niet over het hele onderwerp kunt pannen binnen de aangegeven tijdsduur, zal een grijs deel ontstaan in het samengevoegde panoramabeeld. Als dit gebeurt, beweegt u de camera sneller om een volledig panoramabeeld op te nemen.
  • Omdat verschillende beelden aan elkaar worden gehecht, zal het gehechte deel niet volledig zuiver worden opgenomen.
  • Als de volledige hoek van de panoramaopname en de AE/AF-vergrendelingshoek sterk verschillen in helderheid, kleur en scherpstelling, zal de opname niet goed lukken. Als dit gebeurt, verandert u de AE/AF-vergrendelingshoek en neemt u opnieuw op.
  • In de volgende gevallen kunt u geen panoramabeelden opnemen:
    • Het pannen van de camera gaat te snel of te langzaam.
    • De camera beweegt te veel.