Digitale cameraDSC-H400

Opnemen met sluitertijdvoorkeur

Door de sluitertijd aan te passen, kunt u een bewegend beeld opnemen met verschillende voorstellingsmogelijkheden, zoals de actie bevriezen of een beweging benadrukken door de sporen ervan weer te geven.

  1. Zet de functietoets in de stand (Opnemen met sluitertijdvoorkeur).
  2. Druk op op de regeltoets en selecteer daarna de gewenste waarde met /.
  3. Stel scherp op het onderwerp en neem het op.

    De diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld zodat de correcte belichting verkregen wordt.

Opmerking

  • Als de correcte belichting niet kan worden verkregen na het doorvoeren van de instellingen, gaan de aanduidingen voor de ingestelde waarde knipperen op het scherm. In deze situatie kunt u opnemen, maar wij raden u aan de knipperende waarden aan te passen.
  • Als de sluitertijd snel is, kan de hoeveelheid licht onvoldoende zijn, zelfs als u de flitser gebruikt.
  • Als u een langere sluitertijd instelt, wordt het gebruik van een statief aangeraden om de effecten van trillingen te voorkomen.
  • Als u lange sluitertijden selecteert, duurt het even om de gegevens te verwerken.
  • In de functie [Opnemen met sluitertijdvoorkeur] wordt (SteadyShot-waarschuwing) niet weergegeven.
  • Als u opnames maakt met een sluitertijd van 1 seconde of meer (opname met lange belichting), wordt er ruisonderdrukking toegepast gedurende de tijdsduur dat de sluiter geopend was (ruisonderdrukking met lange belichting). Tijdens deze bewerking kunt u geen opnames maken.
  • De helderheid van het beeld dat op het scherm wordt weergegeven, kan afwijken van de helderheid van het opgenomen beeld.

Hint

  • Bij een kortere sluitertijd zullen bewegende onderwerpen (rennende mensen, rijdende auto's, opspattend water enz.) als het ware bevroren zijn. Bij een langere sluitertijd zullen bewegende onderwerpen (stromende rivier enz.) de bewegingsaspecten op een natuurlijkere wijze vertonen.