Selecteert het bestandsformaat van bewegende beelden.

Selecteert het beeldformaat, de beeldfrequentie en de beeldkwaliteit voor het opnemen van bewegende beelden.

Stelt het [SteadyShot]-effect in bij het opnemen van bewegende beelden.

U kunt het microfoonniveau instellen voor het opnemen van bewegende beelden.

Stelt in of tijdens het opnemen van bewegende beelden windgeruis wordt verminderd of niet.

Stel in of de sluitertijd automatisch moet worden ingesteld of niet tijdens het opnemen van bewegende beelden in geval van een donker onderwerp.

U kunt instellen of de MOVIE-knop wordt geactiveerd of niet.