Situaties die voor deze camera moeilijkheden opleveren
De camera kan in bepaalde omstandigheden niet volop gebruik maken van bepaalde functies.
Wanneer u in de volgende omstandigheden opneemt, dient u de opname opnieuw te kadreren of de opnamefunctie te wijzigen en vervolgens de beelden opnieuw op te nemen.
Weinig omgevingslicht
Te heldere omstandigheden
Variërende helderheid
Flikkerende lichten
Het onderwerp bevindt zich te dicht bij de camera
Grote bewegende onderwerpen of onderwerpen die te snel bewegen
Het onderwerp is te klein of te groot
Scènes met weinig contrast, zoals de lucht of een zandstrand
De scène verandert continu, zoals een waterval