Controleer eerst deze punten voor het oplossen van problemen met uw tv-ontvangst.

• Controleer dat de antennekabel stevig op het tv-toestel is aangesloten.
• - Controleer dat de antennekabel niet los zit en niet is losgeraakt.
• - Controleer dat de middelste geleider van de antennekabel niet is verbogen.

Er verschijnen spookbeelden of dubbele beelden.

• Controleer de aansluiting van de antenne of kabel.
• Controleer de locatie en richting van de antenne.
• Stel [Motionflow] in op [Standaard] of [Uit]. (Alleen voor modellen die compatibel zijn met [Motionflow].)

Er verschijnt alleen ruis of een zwart beeld op het scherm.

• Controleer of de automatische afstemming uitgevoerd wordt.
• Controleer of de antenne defect of verbogen is.
• Controleer of de antenne het einde van zijn levensduur heeft bereikt (3-5 jaar bij normaal gebruik, 1-2 jaar bij gebruik in kustgebieden).

Er doet zich beeld- of geluidsruis voor bij het bekijken van een tv-zender.

• Voer [Fine Tune]/[AFT] uit om de beeldontvangst te verbeteren. (De namen van de opties verschillen afhankelijk van uw regio/land.)
• Stel [Audiofilter] in op [Uit], [Laag] of [Hoog] voor een betere analoge geluidsontvangst. ([Audiofilter] is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van uw regio/land.)
• Stel [LNA] in op [Uit] om de beeldontvangst te verbeteren. ([LNA] is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van de situatie/de regio/het land.)

Beeld met ruis.

• Zorg ervoor dat de antenne met behulp van een coaxkabel van 75 ohm is aangesloten.
• Houd de kabel van de antenne uit de buurt van andere aansluitingskabels.
• Gebruik enkel een onbeschadigde antennekabel om tv-interferentie te voorkomen.

Sommige zenders hebben geen beeld.

• Dit is een gecodeerde zender/abonneezender. Meld u aan bij een betaaltelevisieservice.
• Deze zender wordt alleen voor data gebruikt (geen beeld of geluid).
• Neem contact op met de zender voor uitzendinformatie.

Slechte ontvangst of slechte beeldkwaliteit bij digitale uitzendingen over land.

• Verander de positie, de richting en de hoek van de vaste televisieantenne voor een maximaal antennesignaalniveau. Controleer dat de richting van de antenne niet onbedoeld is veranderd (bv. door de wind).
• Als u een versterker gebruikt voor het tv-signaal, stel het signaal ervan dan opnieuw af.
• Als apparatuur (zoals een verdeler van het tv-signaal) is aangesloten tussen de antenne en het tv-toestel, kan dat van invloed zijn op de tv-ontvangst. Sluit de antenne rechtstreeks aan op het tv-toestel om te controleren of de ontvangst dan beter is.

U kunt geen digitale zenders bekijken.

• Neem contact op met een lokaal installatiebedrijf om te achterhalen of er in uw omgeving digitaal wordt uitgezonden.
• Sluit een antenne aan met een hoger vermogen.

Slechte ontvangst of slechte beeldkwaliteit bij satellietuitzendingen (alleen voor modellen die geschikt zijn voor satellietontvangst).

• Slechte weersomstandigheden kunnen van invloed zijn op satellietzendsystemen. Wacht tot het weer beter wordt.

U kunt geen satellietzenders bekijken. (Alleen modellen die satellietontvangst ondersteunen)

• Neem contact op met een lokaal installatiebedrijf om te achterhalen of er in uw omgeving satellietservices beschikbaar zijn.
• Controleer uw LNB-apparaat en -instellingen.
• Als uw tv-toestel over de "MAIN"- en "SUB"-aansluitingen beschikt en de dubbele satelliettunermodus niet instelt met [Selectie van modus Tuner voor satelliet], kan de aansluiting die gemarkeerd is met "SUB", niet worden gebruikt. Sluit in dit geval uw satellietantenne aan op de aansluiting die gemarkeerd is met "MAIN".

Niet alle zenders zijn correct afgestemd.

• Probeer zenders handmatig af te stemmen door de instellingen onder [Handmatig progr.] te configureren. (Beschikbaarheid van [Handmatig progr.] en de bijhorende opties kunnen variëren afhankelijk van uw regio/land/situatie.)