- Startpagina >
- Meerdere instellingen configureren >
- Verschillende beeldinstellingen aanpassen (bv. beeldhelderheid/kleur)
Verschillende beeldinstellingen aanpassen (bv. beeldhelderheid/kleur)
Overzicht
U kunt verschillende beeldinstellingen wijzigen zoals de beeldhelderheid, -kleur enz.
Stappen
Druk op de HOME-knop en selecteer vervolgens [Instellingen] onderaan het scherm met de /-knoppen.
Selecteer [Weergave-instellingen] met de /-knoppen. Druk vervolgens op de -knop.
Selecteer [Beeld] met de /-knoppen. Druk vervolgens op de -knop.
Selecteer de gewenste optie met de /-knoppen. Druk vervolgens op de -knop.
Om terug te keren naar de laatst bekeken bron, druk tweemaal op de HOME-knop.
Beschikbare opties
- [Doel Ingangen]
- Past aangepaste beeldinstellingen toe op de huidige ingang of op gemeenschappelijk geheugen dat door andere ingangen wordt gedeeld.
- [Beeldmodus]
- Maakt de selectie van een beeldmodus mogelijk op basis van uw voorkeur.
Naar de pagina - [Reset]
- Herstelt alle instellingen van [Beeld] naar de fabrieksinstellingen, behalve [Doel Ingangen], [Beeldmodus] en [Advanced instell.].
- [Verlichting]
- Regelt de helderheid van de achtergrondverlichting. Door de helderheid van het scherm te verlagen, kunt u het energieverbruik verminderen.
- [Contrast]
- Past het beeldcontrast aan.
- [Helderheid]
- Past de beeldhelderheid aan.
- [Kleur]
- Past de kleurintensiteit aan.
- [Kleurtint]
- Past groene en rode tinten aan.
([Kleurtint] is beschikbaar afhankelijk van het kleurensysteem.) - [Kleur Temperatuur]
- Hiermee kunt u de witbalans van het beeld instellen.
[Koel]: geeft witte kleuren een blauwachtige tint.
[Neutraal]: geeft witte kleuren een neutrale tint.
[Warm 1]/[Warm 2]: geeft witte kleuren een roodachtige tint. [Warm 2] geeft beelden een rodere tint dan [Warm 1]. - [Beeldscherpte]
- Past de beeldscherpte aan.
- [Ruisonderdruk.]
- [Auto]: vermindert automatisch de beeldruis.
[Hoog]/[Midden]/[Laag]: past het effect van ruisreductie aan.
[Uit]: schakelt [Ruisonderdruk.] uit. - [MPEG Ruisonderdr.]
- [Auto]: onderdrukt automatisch ruis in met MPEG gecomprimeerde video's.
[Hoog]/[Midden]/[Laag]: onderdrukt ruis in met MPEG gecomprimeerde video's.
[Uit]: schakelt [MPEG Ruisonderdr.] uit. - [Dot ruisvermindering]
- [Auto]: vermindert automatisch puntruis rond objecten op het scherm.
[Uit]: schakelt [Dot ruisvermindering] uit. - [Realiteits Creation]
- Past de scherpte en ruis aan voor een realistisch beeld.
([Realiteits Creation] is beschikbaar afhankelijk van het model van de tv.) - [Detectie van videogebied]
- Past het effectniveau optimaal aan door de videozone in een beeld op te sporen.
([Detectie van videogebied] is beschikbaar afhankelijk van het model van de tv.) - [Resolutie]
- Past de scherpte en helderheid van het beeld aan.
([Resolutie] is beschikbaar afhankelijk van het model van de tv.) - [Ruis filtering]
- Zorgt voor minder beeldruis.
([Ruis filtering] is beschikbaar afhankelijk van het model van de tv.) - [Vloeiende gradatie]
- Zorgt voor betere gradaties in vlakke delen van het beeld.
([Vloeiende gradatie] is beschikbaar afhankelijk van het model van de tv.) - [Motionflow]
- [Vloeiend]: biedt vloeiendere bewegende beelden, speciaal voor op film gebaseerde inhoud.
[Standaard]: zorgt voor vloeiendere bewegende beelden voor standaardgebruik.
[Helder]: vermindert beeldwaas door bewegingen en zorgt tegelijk voor een optimale helderheid voor snel bewegende beelden.
[Helder plus]: vermindert beeldwaas bij snel bewegende beelden meer dan [Helder].
[Uitleg]: reproduceert de oorspronkelijke beeldkwaliteit. Zorgt voor beelden zoals in de bioscoop die mogelijk flikkeren.
[Uit]: gebruik deze instelling als [Vloeiend], [Standaard], [Helder], [Helder plus] of [Uitleg] beeldruis veroorzaakt.
(Afhankelijk van de beeldinhoud is het mogelijk dat u het effect niet visueel ziet, zelfs niet als u de instellingen hebt gewijzigd.) - [Film Mode]
- [Auto 1]: zorgt voor vloeiendere bewegende beelden dan de originele op film gebaseerde inhoud door het toepassen van een speciaal voor film bedoeld proces. Gebruik deze instelling voor standaardgebruik.
[Auto 2]: geeft op film gebaseerde inhoud weer met beeldexpressie die dicht tegen het origineel aanleunt door het toepassen van een speciaal voor film bedoeld proces.
[Uit]: schakelt [Film Mode] uit.
(Als het beeld onregelmatige signalen of te veel ruis bevat, wordt deze instelling automatisch uitgeschakeld, zelfs als [Auto 1] of [Auto 2] is geselecteerd.) - [Advanced instell.]
- Voor het gedetailleerder instellen van de instellingen voor [Beeld].