IC RecorderICD-SX733/SX734/SX1000

Opnemen vanaf externe apparatuur (met de functie voor gesynchroniseerd opnemen)

U kunt muziekbestanden maken zonder de computer door het geluid/muziek op te nemen van andere apparaten die op de IC-recorder worden aangesloten, zoals een radiocassetterecorder of een bandrecorder.

Wanneer de functie voor gesynchroniseerd opnemen op "ON" is gezet, gaat de IC-recorder naar de pauzestand voor opnemen wanneer er meer dan 2 seconden geen geluid wordt waargenomen.

De IC-recorder begint weer met opnemen als nieuw bestand wanneer geluid wordt waargenomen.

Hint

  • Als het ingangsniveau niet krachtig genoeg is, sluit u de hoofdtelefoonaansluiting (mini-aansluiting, stereo) van andere apparatuur aan op de -aansluiting (microfoon) van de IC-recorder en past u het volumeniveau aan op het apparaat dat op de IC-recorder is aangesloten terwijl u de controlefunctie voor het opnameniveau in de gaten houdt. U kunt het ingangsniveau ook aanpassen met de "Sensitivity setting" voor "Audio IN" in het menu "Ext. Input Setting".
  1. Sluit een extern apparaat () op de -aansluiting (microfoon) van de IC-recorder aan wanneer de IC-recorder in de stopstand staat.

    Sluit de audioaansluiting (stereoministekker) van andere apparatuur aan op de -aansluiting (microfoon) van de IC-recorder met een audiokabel (niet meegeleverd).

    "Ext. Input Setting" wordt weergegeven in het display.

    Als "Ext. Input Setting" niet wordt weergegeven, stelt u het in het menu in.

  2. Druk op of om "Audio IN" te selecteren en druk vervolgens op .

    "Use SYNC REC Function To Record?" wordt weergegeven in het display.

  3. Druk op of om "Yes" te selecteren en druk vervolgens op .
    De instelling voor gesynchroniseerd opnemen is aan. De instelling voor gesynchroniseerd opnemen is ingesteld op "OFF" bij aankoop van de IC-recorder.
  4. Druk op souni_recREC/PAUSE.
    " knippert en de IC-recorder schakelt over naar de opnamepauzestand.
  5. Start het afspelen op het apparaat dat op de IC-recorder is aangesloten.
    " verschijnt in het display en gesynchroniseerd opnemen begint.
Indien langer dan 2 seconden geen geluid wordt waargenomen, wordt "Dividing..." weergegeven en daarna gaat "" knipperen. De gesynchroniseerde opname wordt onderbroken. De IC-recorder begint weer met opnemen als nieuw bestand wanneer geluid wordt waargenomen.

Opmerking

  • Wanneer er meer dan 2 seconden geen geluid wordt waargenomen, gaat de IC-recorder naar de pauzestand voor opnemen.

    Wanneer het geluid weer wordt waargenomen, begint de IC-recorder weer met opnemen als nieuw bestand. In dit geval, als het aantal bestanden het maximumaantal dat in de map of op het station kan worden opgeslagen, overschrijdt, zal de IC-recorder geen nieuw bestand maken, maar doorgaan met opnemen als deel van het huidige bestand.

  • Tijdens gesynchroniseerd opnemen kunt u het opnemen niet pauzeren, niet opnemen met de vooropnamefunctie, niet opnemen met de VOR-functie, niet opnemen in een ander geheugen en geen trackmarkering toevoegen.
  • Afhankelijk van het apparaat dat op de IC-recorder is aangesloten, werkt de functie voor gesynchroniseerd opnemen mogelijk niet correct als gevolg van een verschil in het geluidsingangsniveau.
  • De illustraties die in deze Help-gids worden gebruikt, zijn gebaseerd op het model ICD-SX1000. Deze illustraties kunnen er anders uitzien dan het model dat u gebruikt. De knoppen en bedieningselementen die voor bedieningen worden gebruikt, zijn echter hetzelfde.

Hint

  • U kunt "Sensitivity setting" instellen voor "Audio IN" in stap 2.
  • U kunt de functie voor gesynchroniseerd opnemen ook in het menu instellen. Selecteer MENU - het tabblad - "SYNC REC".