Digitale camera met verwisselbare lensILCE-7M2

Creatieve stijl

Biedt u de mogelijkheid de gewenste beeldbewerking te selecteren. U kunt de belichting (sluitertijd en diafragma) naar wens instellen met [Creatieve stijl], anders dan met [Scènekeuze] waarbij het apparaat de belichting instelt.

  1. MENU (Camera- instellingen) → [Creatieve stijl] → gewenste instelling.

Menu-onderdelen

Standaard (standaardinstelling):
Voor het opnemen van diverse scènes met een rijke gradatie en mooie kleuren.
Levendig:
De verzadiging en het contrast worden verhoogd om opvallende beelden op te nemen van kleurrijke scènes en onderwerpen, zoals bloemen, voorjaarsgroen, blauwe luchten of zeevergezichten.
Neutraal:
De verzadiging en scherpte worden verlaagd om beelden met ingehouden kleurtinten op te nemen. Dit is tevens geschikt voor het opnemen van beeldmateriaal dat moet worden bewerkt op een computer.
Doorzichtig:
Voor het opnemen van beelden in sprekende tinten van kraakheldere kleuren in de sterk belichte delen, geschikt voor opnemen onder stralend licht.
Diep:
Voor het opnemen van beelden met diepe en dichte kleuren, geschikt voor het opnemen van de massieve aanwezigheid van het onderwerp.
Licht:
Voor het opnemen van beelden met felle en eenvoudige kleuren, geschikt voor het overbrengen van een verfrissend lichte sfeer.
Portret:
Voor het opnemen van de huid met een zachte tint, ideaal voor het maken van portretten.
Landschap:
De verzadiging, het contrast en de scherpte worden verhoogd voor het opnemen van een levendig en scherp landschap. Verre landschappen worden meer tot uitdrukking gebracht.
Zonsondergang:
Voor het opnemen van het prachtige rood van de ondergaande zon.
Nachtscène:
Het contrast wordt verlaagd voor het reproduceren van nachtscènes.
Herfstbladeren:
Voor het opnemen van herfstscènes waarbij de rode en gele kleuren van de bladeren levendig worden benadrukt.
Zwart-wit:
Voor het opnemen van beelden in zwart-wit.
Sepia:
Voor het opnemen van beelden in sepia.
Voorkeursinstellingen registreren (Stijlvak):
Selecteer de zes stijlvakken (de vakken met de cijfers aan de linkerkant ()) om de voorkeursinstellingen te registreren. Selecteer daarna de gewenste instellingen met de rechterkant van het besturingswiel.
U kunt dezelfde stijl oproepen met iets andere instellingen.

Om [Contrast], [Verzadiging] en [Scherpte] in te stellen

[Contrast], [Verzadiging] en [Scherpte] kunnen worden ingesteld voor elke [Stijlvak].

Selecteer een onderdeel om in te stellen met de rechter-/linkerkant van het besturingswiel, en stel daarna de waarde in met de boven-/onderkant van het besturingswiel.

Contrast:
Hoe hoger de geselecteerde waarde, hoe meer het verschil tussen licht en schaduw wordt benadrukt, en hoe groter het effect op het beeld.

Verzadiging:
Hoe hoger de geselecteerde waarde, hoe levendiger de kleur. Wanneer een lagere waarde wordt geselecteerd, wordt de kleur van het beeld ingehouden en onderdrukt.

Scherpte:
Stelt de scherpte in. Hoe hoger de geselecteerde waarde, hoe meer de contouren worden benadrukt, en hoe lager de geselecteerde waarde, hoe zachter de contouren worden gemaakt.

Opmerking

  • [Standaard] wordt geselecteerd bij gebruik van de volgende functies:
    • [Slim automatisch]
    • [Superieur automat.]
    • [Scènekeuze]
    • [Foto-effect] is ingesteld op iets anders dan [Uit].
    • [Beeldprofiel] is ingesteld op iets anders dan [Uit].
  • Als [Creatieve stijl] is ingesteld op [Zwart-wit] of [Sepia], kan [Verzadiging] niet worden ingesteld.