U kunt de helderheid van het scherm instellen.

Bij gebruik van een elektronische zoeker stelt dit apparaat de helderheid van de elektronische zoeker in overeenkomstig de omgeving.

Past de kleurtemperatuur van de elektronische zoeker aan.

Bewegende beelden met S-Log-gamma worden geacht te worden verwerkt na het opnemen om gebruik te maken van het brede dynamische bereik. Ze worden daarom tijdens het opnemen weergegeven met leen laag contrast en zijn mogelijk moeilijk te volgen. Door echter [Gamma-weerg.hulp] te gebruiken, kan een contrast worden gereproduceerd dat gelijkwaardig is aan dat van een normaal gamma.

Stelt het geluidsvolumeniveau voor het weergeven van bewegende beelden in.

Selecteert of het apparaat een geluid voortbrengt of niet.

Selecteer of de uploadfunctie moet worden gebruikt bij gebruik van een Eye-Fi-kaart (verkrijgbaar in de winkel).

Selecteert of het beginscherm van het menu altijd moet worden weergegeven wanneer u op de MENU-knop drukt.

U kunt de beschrijving van een opnamefunctie afbeelden wanneer u de functiekeuzeknop draait en de beschikbare instellingen voor die opnamefunctie verandert.

U kunt instellen of [Wissen] of [Annuleren] is geselecteerd als de standaardinstelling op het bevestigingsscherm voor wissen.

U kunt de weergavekwaliteit veranderen.

U kunt verschillende tijdsintervallen automatisch instellen voor het overschakelen naar de stroombesparingsfunctie.

Stelt de temperatuur van de camera in op de waarde waarop de camera tijdens het opnemen automatisch wordt uitgeschakeld.

Geeft bewegende beelden die zijn opgenomen met het apparaat weer op een televisie volgens het NTSC- of PAL-systeem.

Zo kunt u de beeldsensor reinigen.

De functie [Demomodus] geeft de bewegende beelden die op de geheugenkaart zijn opgenomen automatisch weer (demonstratie) wanneer de camera gedurende een bepaalde tijdsduur niet is bediend.

De tijdcode (TC)-informatie en de gebruikersbit (UB)-informatie kan worden opgenomen als gegevens behorende bij bewegende beelden.

U kunt beelden opnemen met behulp van de afstandsbedieningen RMT-DSLR1 of RMT-DSLR2 (los verkrijgbaar).

Als u het apparaat met behulp van een HDMI-kabel (los verkrijgbaar) aansluit op een HD-televisie (high-definitiontelevisie) voorzien van HDMI-aansluitingen, kunt u de HDMI-resolutie selecteren voor het uitvoeren van beelden naar de televisie.

Stel 1080/24p of 1080/60p in als het HDMI-uitgangsformaat wanneer [Opname-instell.] is ingesteld op [24p 24M(FX) ], [24p 17M(FH) ] of [24p 50M ].

Wanneer dit apparaat met behulp van een HDMI-kabel (los verkrijgbaar) wordt aangesloten op een "BRAVIA" Sync-compatibele televisie, kunt u dit apparaat bedienen door de afstandsbediening van de televisie te richten op de televisie.

Selecteert of de opname-informatie moet worden afgebeeld wanneer dit apparaat en de televisie zijn aangesloten met behulp van een HDMI-kabel (los verkrijgbaar).

Stelt in of de TC (tijdcode)-informatie in het uitgangssignaal via de HDMI-aansluiting moet worden gelaagd of niet bij het uitvoeren van het signaal naar andere professionele apparaten.

Als u de camera aansluit op een externe recorder/speler, kunt u met behulp van de camera een bedieningssignaal zenden naar de recorder/speler op afstand om het opnemen te starten/stoppen.

U kunt instellen hoe bewegende beelden moeten worden opgenomen en HDMI moet worden uitgevoerd wanneer uw camera is aangesloten op een 4K-compatibel extern opname-/weergaveapparaat, enz.

Selecteert de toepasselijke USB-verbindingsprocedure voor elke computer en elk USB-apparaat die zijn aangesloten op dit apparaat.

Verbetert de compatibiliteit door de USB-verbindingsfuncties te beperken.

Stelt in of voeding moet worden geleverd via de micro-USB-kabel wanneer het apparaat is aangesloten op een computer of een USB-apparaat.

Selecteert de taal voor de menu-items, waarschuwingen en mededelingen.

Stelt de datum en tijd opnieuw in.

Stelt het gebied in waar u het apparaat gebruikt.

U kunt copyrightinformatie toevoegen aan de stilstaande beelden.

Formatteert (initialiseert) de geheugenkaart.

Selecteert hoe bestandsnummers worden toegewezen aan stilstaande beelden en bewegende beelden in het MP4-formaat.

U kunt de eerste drie tekens opgeven van de bestandsnaam van de beelden die u opneemt.

U kunt de map op de geheugenkaart veranderen waarin de stilstaande beelden en de bewegende beelden in het MP4-formaat moeten worden opgeslagen.

Maakt een nieuwe map aan op de geheugenkaart voor het opnemen van stilstaande beelden en bewegende beelden in het MP4-formaat.

Stilstaande beelden worden opgenomen in een map die automatisch wordt aangemaakt in de DCIM-map op de geheugenkaart. U kunt de manier waarop mapnamen worden toegewezen wijzigen.

Als beeldbestanden werden verwerkt op een computer, kunnen zich problemen voordoen in het beelddatabasebestand. In dergelijke gevallen zullen de beelden op de geheugenkaart niet worden weergegeven op dit apparaat. Als deze problemen zich voordoen, repareert u het bestand met behulp van [Beeld-DB herstellen].

Geeft de opnameduur van bewegende beelden en het aantal stilstaande beelden weer dat kan worden opgenomen op de geplaatste geheugenkaart.

Geeft de softwareversie weer van dit apparaat, deze lens en deze vattingadapter.

Geeft enkele van de certificeringslogo's van dit apparaat weer.

Stelt het apparaat terug op de standaardinstellingen.