Digitale camera met verwisselbare lensILCA-68

Flitsregeling

Stelt de methode in voor het bepalen van de intensiteit van de uitvoer van de flitser.

  1. MENU (Camera- instellingen) → [Flitsregeling] → gewenste instelling.

Menu-onderdelen

ADI-flits (standaardinstelling):
De flitsregeling van de camera gebruikt de scherpstellingsafstandsinformatie en de helderheidswaarde van het onderwerp wanneer de voorflits wordt teruggekaatst. Dit zorgt voor een nauwkeurige flitsregeling, nagenoeg zonder te worden beïnvloed door het reflectieniveau van het onderwerp.
Voorflits DDL:
De flitsregeling van de camera gebruikt de scherpstellingsafstandsinformatie en de helderheidswaarde van het onderwerp wanneer de voorflits wordt teruggekaatst. Als deze instelling wordt gebruikt, kan het vermogen van de camera om nauwkeurig het flitslicht te meten worden beïnvloed door weerkaatsingen vanaf het onderwerp.
Handm.flits:
Maakt het mogelijk om de hoeveelheid flitslicht in te stellen met [Lichtniveau], waarna de ingebouwde flitser afgaat met de ingestelde hoeveelheid flitslicht, ongeacht de helderheid van een onderwerp.

ADI: Advanced Distance Integration (geavanceerde afstandsintegratie)
TTL: Through The Lens (door de lens)

Hint

  • Als u een lens die is uitgerust met een afstandscodeerder gebruikt in de functie [ADI-flits], kan het apparaat nauwkeurig scherpstellen aan de hand van de nauwkeurigere afstandsinformatie.

Opmerking

  • Als de afstand tussen het onderwerp en de flitser niet constant is (zoals bij opnemen met een externe, draadloze flitser (los verkrijgbaar) of bij opnemen met een externe flitser die met een kabel is verbonden met de camera, of bij gebruik van een dubbelflitser voor macro-opnamen), of als een externe flitser (los verkrijgbaar) is ingesteld op overslaan, wordt [Flitsregeling] automatisch ingesteld op [Voorflits DDL]. Het kan ook automatisch worden ingesteld op [Voorflits DDL], afhankelijk van andere opnameomstandigheden.
  • Stel in de volgende situaties [Flitsregeling] in op [Voorflits DDL] omdat het apparaat geen goede flitsinformatie kan verkrijgen met behulp van [ADI-flits].
    • Als aan het flitsapparaat HVL-F36AM een breed paneel is bevestigd.
    • Als wordt opgenomen met gebruikmaking van een flitsdiffusor
    • Als een filter wordt gebruikt dat de belichtingsfactor beïnvloedt (zoals een ND-filter)
    • Als een close-uplens wordt gebruikt
  • ADI-flits kan worden gebruikt in combinatie met een lens met afstandscodeerder. Om te controleren of uw lens is uitgerust met een afstandscodeerder, raadpleegt u de hoofdspecificaties in de gebruiksaanwijzing van uw lens.
  • [Flitsregeling] kan niet worden ingesteld in de functie [Panorama d. beweg.], of wanneer [Nachtscène] of [Schemeropn. hand] is geselecteerd in [Scènekeuze].