Draadloze zender FA-WRC1M

Paren met een draadloze ontvanger

Om met behulp van dit apparaat beelden op te nemen via draadloze-flitsopnamen of afstandsbediende opnamen, moet het apparaat worden gepaard aan een draadloze ontvanger (los verkrijgbaar).

  • Voer het paren uit binnen 1 meter van de draadloze ontvanger.
  • U kunt dit apparaat paren met maximaal 15 draadloze ontvangers.
  1. Schakel het apparaat in en selecteer de MENU-knop - [PAIRING] - [ADD], en druk daarna op de middenknop (A).

    De LINK-lamp op het apparaat knippert groen en het paringsscherm wordt afgebeeld.

  2. Zorg ervoor dat de draadloze ontvanger is uitgeschakeld en houd daarna de ON/OFF-knop op de draadloze ontvanger gedurende zeven seconden of langer ingedrukt.

    De draadloze ontvanger wordt ingeschakeld en de LINK-lamp knippert groen.

  3. Nadat het paren is voltooid, gaat de LINK-lamp op de draadloze ontvanger groen branden.

    Het scherm van het apparaat beeldt het aantal draadloze ontvangers af dat zojuist zijn gepaard.

    • Als u dit apparaat aan twee of meer draadloze ontvangers wilt paren, herhaalt u de stappen 2 en 3 voor elke draadloze ontvanger.
  4. Druk op de middenknop.

    Het paren wordt beëindigd en de LINK-lamp op het apparaat gaat groen branden.

  • Als de LINK-lamp op het apparaat of de draadloze ontvanger na de paringsprocedure rood brandt, zijn de apparaten niet met succes aan elkaar gepaard. Voer de procedure opnieuw uit vanaf stap 1.

De gepaarde ontvangers controleren/niet langer paren

Selecteer de MENU-knop - [PAIRING] - [LIST] op het apparaat.

Als communicatie tussen het apparaat en de draadloze ontvanger mogelijk is, wordt afgebeeld.

Om een ontvanger niet langer te paren, plaatst u voor de draadloze ontvanger die u niet langer wilt paren de cursor op (wissen) en drukt u daarna op de middenknop. Wanneer u de cursor plaatst, knippert de LINK-lamp op de overeenkomstige draadloze ontvanger.

  • Terwijl u een draadloze ontvanger instelt op niet langer paren, moet deze zijn ingeschakeld.