SRS-BTS50

Koppelen en verbinden met meerdere BLUETOOTH-apparaten

  1. Plaats het BLUETOOTH-apparaat binnen 1 meter van dit systeem.

  1. Verschuif de POWER/HOLD-schakelaar naar POWER ON/OFF totdat de stroomindicator groen oplicht om het systeem in te schakelen.

  1. Houd de INPUT/PAIRING-toets ongeveer 2 seconden ingedrukt totdat de  (BLUETOOTH)-indicator (blauw) snel knippert.

  1. Voer de procedure voor het koppelen uit met het BLUETOOTH-apparaat om het systeem te herkennen.

Als de lijst met herkende apparaten op het scherm van het BLUETOOTH-apparaat wordt weergegeven, selecteer dan "SONY:SRS-BTS50".
Indien een wachtwoord moet worden ingevoerd op het scherm van een BLUETOOTH-apparaat, voer dan "0000" in.
Een wachtwoord wordt ook wel een "pascode", "pincode", "PIN-nummer" of "sleutel" genoemd.
  1. Maak de BLUETOOTH-verbinding met het BLUETOOTH-apparaat.

Wanneer het systeem met het BLUETOOTH-apparaat is verbonden, stopt de  (BLUETOOTH)-indicator (blauw) met knipperen en licht continu op.
Tips
  • Koppel andere BLUETOOTH-apparaten door stap 3 t/m 5 voor ieder apparaat te herhalen.

Opmerkingen
  • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij het BLUETOOTH-apparaat is geleverd voor details.

  • Bij het koppelen met een BLUETOOTH-apparaat dat geen lijst met herkende apparaten kan weergeven of dat geen scherm heeft, kunt u het apparaat mogelijk koppelen door op zowel het systeem als het BLUETOOTH-apparaat de functie voor het koppelen te activeren. Als in dat geval een ander wachtwoord dan "0000" op het BLUETOOTH-apparaat is ingesteld, is het koppelen met het systeem niet mogelijk.

  • Als BLUETOOTH-apparaten eenmaal gekoppeld zijn, hoeven ze niet opnieuw te worden gekoppeld, behalve in de volgende gevallen:

  • Koppelingsgegevens zijn gewist, bijvoorbeeld na een reparatie.

  • Het systeem is met 9 of meer apparaten gekoppeld. Het systeem kan met maximaal 8 apparaten worden gekoppeld; indien een nieuw apparaat wordt gekoppeld als er al 8 apparaten zijn gekoppeld, wordt het apparaat waarmee het langst geleden verbinding is gemaakt vervangen door het nieuwe.

  • Als de herkenning van het systeem door het apparaat dat u wilt verbinden is gewist.

  • Nadat het systeem werd geïnitialiseerd zijn alle koppelingsgegevens gewist.