Verlaag het volume van het verbonden apparaat.

Als het verbonden apparaat een equalizerfunctie heeft, schakelt u deze uit.

Houd het systeem uit de buurt van een magnetron, draadloos LAN enz.

Plaats dit systeem en het BLUETOOTH-apparaat dichter bij elkaar. Verwijder eventuele obstakels tussen dit systeem en het BLUETOOTH-apparaat.

Houd het systeem uit de buurt van een TV.

Verander de BLUETOOTH-verbinding naar A2DP met het BLUETOOTH-apparaat indien HFP of HSP is ingesteld.

Laad het systeem op door de netadapter te verbinden indien de CHARGE-indicator (oranje) knippert.

Als u een apparaat met een ingebouwde radio of tuner verbindt met dit systeem, kunnen er wellicht geen uitzendingen worden ontvangen of kan de gevoeligheid afnemen. Plaats het systeem verder uit de buurt van het apparaat en controleer dat u voldoende kunt luisteren naar de uitzendingen.

Selecteer "Voorkeur voor stabiele verbinding" voor de BLUETOOTH Audio Streaming weergavekwaliteit. [Details]