Verbindingsmethode 1: koppelen en verbinden met een BLUETOOTH-apparaat
U kunt de luidspreker met maximaal 9 BLUETOOTH-apparaten koppelen.
Een apparaat moet eerst met de luidspreker gekoppeld worden om voor het eerst een BLUETOOTH-verbinding tot stand te kunnen brengen.
Voor u de luidspreker gebruikt, dient u het volgende te doen:
- Plaats het BLUETOOTH-apparaat op minder dan 1 m van de luidspreker.
- Volg de bedieningsinstructies die bij het BLUETOOTH-apparaat geleverd zijn.
- Schakel de luidspreker in.
De indicator
(aan/stand-by) licht groen op. - Tik op de knop
(BLUETOOTH) 
PAIRING.
De indicator
(BLUETOOTH) begint wit te knipperen.
- Er wordt in de fabriek geen koppelingsinformatie opgeslagen in de luidspreker. Als u in dat geval alleen op de knop (BLUETOOTH) PAIRING tikt, begint de indicator (BLUETOOTH) snel wit te knipperen en schakelt de luidspreker automatisch over naar de koppelingsmodus. Ga in dat geval verder met stap 4.
- Wanneer u op de knop (BLUETOOTH) PAIRING tikt, probeert de luidspreker een BLUETOOTH-verbinding tot stand te brengen met het laatst verbonden BLUETOOTH-apparaat. Als het apparaat zich in de buurt bevindt, wordt de BLUETOOTH-verbinding automatisch tot stand gebracht en blijft de indicator (BLUETOOTH) aan. Wanneer u verbinding wilt maken met een ander BLUETOOTH-apparaat, beëindigt u de huidige BLUETOOTH-verbinding door het momenteel verbonden BLUETOOTH-apparaat te bedienen.
- Er wordt in de fabriek geen koppelingsinformatie opgeslagen in de luidspreker. Als u in dat geval alleen op de knop
- Tik op de knop (BLUETOOTH) PAIRING en houd deze ingedrukt tot u pieptonen hoort.
De indicator
(BLUETOOTH) begint snel wit te knipperen en de luidspreker schakelt over naar de koppelingsstand.
- Voer de koppelingsprocedure uit op het BLUETOOTH-apparaat om de luidspreker te detecteren.
Wanneer een lijst met gedetecteerde apparaten op het scherm van het BLUETOOTH-apparaat verschijnt, selecteer u "SONY:SRS-X9 (Bluetooth)".
Als u een wachtwoord* moet invoeren op het scherm van het BLUETOOTH-apparaat, geeft u "0000" in.
*Een wachtwoord kan ook "pascode", "PIN-code", "PIN-nummer", "paswoord" enz. worden genoemd.
- Breng de BLUETOOTH-verbinding tot stand op het BLUETOOTH-apparaat.
Wanneer de BLUETOOTH-verbinding tot stand is gebracht, blijft de indicator
(BLUETOOTH) aan.
Als de BLUETOOTH-verbinding niet tot stand wordt gebracht, herhaalt u de procedure vanaf stap 3.
Hint
- Raadpleeg voor meer informatie de bedieningsinstructies van het BLUETOOTH-apparaat.
Opmerking
- De koppelingsmodus van de luidspreker wordt na ongeveer 5 minuten opgeheven en de indicator (BLUETOOTH) knippert langzaam. Wanneer er echter geen koppelingsinformatie op de luidspreker opgeslagen is, bijvoorbeeld wanneer deze pas uit de fabriek komt, wordt de koppelingsmodus niet opgeheven. Als de koppelingsmodus wordt opgeheven voor het proces voltooid is, herhaalt u de procedure vanaf stap 3.
- Wanneer u een koppeling maakt met een BLUETOOTH-apparaat dat geen lijst met gedetecteerde apparaten kan weergeven of niet over een scherm beschikt, kunt u het apparaat koppelen door de koppelingsmodus zowel op de luidspreker als op het BLUETOOTH-apparaat te activeren. Als er nu een ander wachtwoord dan "0000" wordt ingevoerd op het BLUETOOTH-apparaat, kan de koppeling met de luidspreker niet worden uitgevoerd.
- Eens een BLUETOOTH-apparaat gekoppeld is, met het niet opnieuw worden gekoppeld, behalve in de volgende gevallen:
- De koppelingsinformatie werd verwijderd na een herstelling enz.
- De luidspreker is al gekoppeld met 9 apparaten en u wilt een ander apparaat koppelen.
U kunt de luidspreker met maximaal 9 apparaten koppelen. Als er al 9 apparaten gekoppeld zijn en u een nieuw apparaat wilt koppelen, wordt het gekoppelde apparaat met de oudste verbindingstijd vervangen door het nieuwe apparaat.
- De koppelingsinformatie voor de luidspreker werd verwijderd van het BLUETOOTH-apparaat.
- Wanneer de luidspreker wordt geïnitialiseerd, wordt alle koppelingsinformatie gewist.
- De luidspreker kan met meerdere apparaten gekoppeld worden, maar kan slechts muziek van één gekoppeld apparaat per keer afspelen.