Plaats van de onderdelen

Wanneer de lens is verwijderd

  1. Ontspanknop
  2. C1 (Custom 1)-knop
  3. Infraroodafstandsbedieningssensor
  4. Wi-Fi/Bluetooth-antenne (ingebouwd)
  5. ON/OFF (Aan/Uit)-schakelaar
  6. Zelfontspannerlamp/AF-hulplicht
  7. Lensontgrendelingsknop
  8. Microfoon*
  9. Lens
  10. Vatting
  11. Beeldsensor**
  12. Contactpunten van de lens**

* Bedek dit deel niet tijdens het opnemen van bewegende beelden.Als u dit doet kan ruis worden veroorzaakt of het volume worden verlaagd.

**Raak deze onderdelen niet rechtstreeks aan.

  1. Multi-interfaceschoen*
  2. Positiemarkering beeldsensor
    • De beeldsensor is de sensor die het licht omzet in een elektrisch signaal. De markering geeft de locatie van de beeldsensor aan. Wanneer u de exacte afstand meet tussen de camera en het onderwerp, kijk dan naar de positie van de horizontale lijn.

    • Als het onderwerp dichterbij is dan de minimale opnameafstand van de lens, kan de scherpstelling niet worden bevestigd. Zorg voor voldoende afstand tussen het onderwerp en de camera.
  3. Bevestigingsogen voor de schouderriem

    Bevestig beide uiteinden van de riem aan de camera.

  4. Luidspreker
  5. Flitser
    • Druk op de knop (flitser omhoog) om de flitser te gebruiken. De flitser springt niet automatisch omhoog.
    • Wanneer de flitser niet wordt gebruikt, duwt u hem terug in de camerabody.
  6. Functiekeuzeknop
  7. Besturingsknop
  8. Multi/Micro USB-aansluiting*

    Deze aansluiting ondersteunt micro-USB-compatibele apparaten.

  9. Oplaadlampje
  10. HDMI-microaansluiting
  11. (microfoon-)aansluiting

    Wanneer een externe microfoon wordt aangesloten, wordt de ingebouwde microfoon automatisch uitgeschakeld. Als de externe microfoon van het ‘voeding-via-stekker’-type is, wordt de voeding voor de microfoon geleverd door de camera.


* Voor informatie over compatibele accessoires voor de multi-interfaceschoen en de multi/micro-USB-aansluiting, gaat u naar de Sony-website of neemt u contact op met uw Sony-dealer of het plaatselijke, erkende Sony-servicecentrum.Accessoires voor de accessoireschoen kunnen ook worden gebruikt.De werking van accessoires van andere fabrikanten kan niet worden gegarandeerd.


  1. Oogsensor
  2. Zoeker
  3. Oogkap voor oculair
    • Niet bevestigd aan de camera in de fabriek. Wij adviseren u de oogkap voor oculair te bevestigen wanneer u van plan bent om de zoeker te gebruiken.
    De oogkap voor oculair bevestigen/verwijderen

    Lijn de oogkap voor het oculair uit met de groef van de zoeker en schuif hem op zijn plaats.

    Om de oogkap voor oculair te verwijderen, pakt u hem aan de linker- en rechterkant vast en trekt u omhoog.

    • Verwijder de oogkap voor oculair wanneer u een accessoire (los verkrijgbaar) bevestigt op de multi-interfaceschoen.
  4. Monitor
    • U kunt de hoek van de monitor veranderen om vanuit elke gewenste positie op te nemen.

      Hoge positie (waarbij u de camera hoog houdt)

      Lage positie (waarbij u de camera laag houdt)

      Selfie-positie (waarbij u de monitor naar uzelf richt om een selfie te maken)

    • U kunt de hoek van de monitor mogelijk niet afstellen afhankelijk van het type statief dat u gebruikt. Draai in dat geval de schroef van het statief tijdelijk los om de hoek van de monitor af te stellen.
  5. Diopter-instelwiel
    • Stel het diopter in op uw gezichtsvermogen door het diopter-instelwiel te draaien totdat het beeld in de zoeker scherp te zien is. Als het moeilijk is om het diopter-instelwiel te draaien, verwijdert u de oogkap voor oculair en draait u het instelwiel.

  6. (flitser omhoog-)knop
  7. MENU-knop
  8. AF/MF/AEL-keuzeknop
  9. Voor opnemen: AF/MF-knop/AEL-knop
    Voor weergeven: (vergroot-)knop
  10. MOVIE (bewegende beelden)-knop
  11. Voor opnemen: Fn (functie)-knop
    Voor weergeven: (Naar smartph verznd-)knop

    U kunt het scherm gedurende [Naar smartph verznd] afbeelden door op deze knop te drukken.

  12. Besturingswiel
  13. Middenknop
  14. C2 (Custom 2)-knop/ (wis-)knop
  15. (weergave-)knop

  1. (N-markering)
    • Raak de markering aan wanneer u de camera verbindt met een smartphone die is uitgerust met de NFC-functie. Voor informatie over de locatie van de (N-markering) op uw smartphone, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van uw smartphone.

    • NFC (Near Field Communication) is een internationale norm voor draadloze communicatie over een korte afstand.
  2. Afdekking van verbindingsplaat
    • Gebruik deze wanneer u de netstroomadapter AC-PW20 (los verkrijgbaar) gebruikt. Steek de verbindingsplaat in het accuvak en geleid het snoer daarna door de opening in de afdekking van verbindingsplaat zoals hieronder is afgebeeld.

    • Let erop dat het snoer niet bekneld raakt wanneer u de afdekking sluit.
  3. Schroefgat voor statief

    Gebruik een statief met een schroef van minder dan 5,5 mm lang. Als de schroef te lang is, kunt u de camera niet stevig bevestigen en kan de camera worden beschadigd.

  4. Toegangslamp
  5. Deksel van geheugenkaartgleuf en accuvak
  6. Geheugenkaartgleuf
  7. Accuvak
  8. Accuvergrendelingshendel