Beeldkwaliteitsinstelling

U kunt de beeldresolutie en framesnelheid voor het opnemen van films en maken van lusopnames instellen.

  1. Druk op de MENU-toets.
  2. Druk op de UP- of DOWN-toets om / (Opname-instellingen) - (Beeldkwaliteitsinstelling) - instelwaarde te selecteren en druk vervolgens op de REC/ENTER-toets.

    (wanneer het opnameformaat voor films ingesteld is op XAVC S 4K)*1

    / XAVC S 4K 100 Mbps

    / XAVC S 4K 60 Mbps

    XAVC S 4K 100 Mbps*2

    XAVC S 4K 60 Mbps*2

    (wanneer het opnameformaat voor films ingesteld is op XAVC S HD)*1

    / XAVC S HD 50 Mbps

    / XAVC S HD 50 Mbps

    XAVC S HD 50 Mbps*2

    / XAVC S HD 100 Mbps

    / XAVC S HD 60 Mbps

    / XAVC S HD 100 Mbps

    / XAVC S HD 60 Mbps

    (wanneer het opnameformaat voor films ingesteld is op MP4)*1

    / Hoogste resolutie (vloeiend beeld opgenomen met een framesnelheid van 2×)

    / Hoogste resolutie

    / Hoge resolutie

    / Uiterst snelle opname (vloeiend beeld opgenomen met een framesnelheid van 4×)

    / Uiterst snelle opname (vloeiend beeld opgenomen met een framesnelheid van 8×)

    Vertraagde opname (vertraagd beeld opgenomen met een framesnelheid van 2×)

    Uiterst vertraagde opname (vertraagd beeld opgenomen met een framesnelheid van 4×)

    Standaardresolutie

    *1 De framesnelheid wijzigt afhankelijk van de NTSC/PAL-instelling.

    *2 Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer de NTSC/PAL-instelling ingesteld is op NTSC.

Opmerking

  • De framesnelheid voor afspelen die weergegeven wordt op het LCD-scherm wijzigt afhankelijk van de Wi-Fi-communicatiestatus tussen de camera en de afstandsbediening (deze framesnelheid verschilt bovendien van deze die gebruikt wordt tijdens het opnemen).